Pedicure Ademhaling

Ademhaling (deel 2)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ademhaling (deel 2)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Ademhaling
ONS LICHAAM HEEFT ZUURSTOFGAS NODIG VOOR VERBRANDING VAN
VOEDINGSSTOFFEN = OXIDATIE


BIJ DE VERBRANDING KOMT ENERGIE VRIJ IN DE VORM VAN:

- WARMTE
- ARBEIDSVERMOGEN

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsorganen
- Neus
- Keelholte
 - Strottenhoofd
- Luchtpijp
- Luchtpijptakken
- Longen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

FUNCTIE VAN DE ADEMHALINGSORGANEN

HET ZUURSTOFGAS VAN DE
INGEADEMDE LUCHT VERVOEREN
NAAR HET BLOED


HET AFGEVEN VAN KOOLDIOXIDE (KOOLZUURGAS)
AAN DE BUITENLUCHT

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

SAMENSTELLING VAN DE LUCHT
BIJ INADEMING:                                                  Bij uitademing

- 20% ZUURSTOF                                                - 16% ZUURSTOF
- 79% STIKSTOF                                                   - 79% STIKSTOF
- 0,03% KOOLDIOXIDE                                       - 4 % KOOLDIOXIDE
- WATERDAMP                                                       - WATERDAMP

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De uitgeademde lucht bevat?​
A
Meer kooldioxide dan de ingeademde lucht
B
Meer zuurstof dan de ingeademde lucht
C
Minder kooldioxide dan de ingeademde lucht

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel kwabben bestaat de rechterlong?
A
2
B
3
C
4

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Werking ademhaling
BIJ INADEMING VERGROOT DE BORSTKAS ZICH


BIJ UITADEMING VERKLEINT DE BORSTKAS ZICH

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Belangrijkste ademhalingsspieren
- Middenrif (diafragma)
- Buikspieren
- Tussenribspieren

Slide 10 - Slide

Gecombineerde ademhaling: buikademhaling + borstademhaling

Deze spieren zorgen ervoor dat je borstholte groter en weer kleiner wordt.
Hulpademhalingsspieren

- BORSTBEENSLEUTELBEEN- 
     TEPELSPIER


- KLEINE BORSTSPIER


- GROTE BORSTSPIER


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Middenrif (diafragma) 


VORMT DE SCHEIDING TUSSEN BORSTHOLTE EN BUIKHOLTE

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

WERKING MIDDENRIF BIJ ADEMHALING
BIJ INADEMING:
HET MIDDENRIF TREKT ZICH SAMEN EN WORDT PLATTER
WAARDOOR DE BORSTHOLTE GROTER WORDT (DE BUIKHOLTE WORDT DAN KLEINER)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

WERKING MIDDENRIF BIJ ADEMHALING
BIJ UITADEMING: 
ONTSPANT HET MIDDENRIF EN WORDT KOEPELVORMING
WAARDOOR DE
BORSTHOLTE KLEINER WORDT (DE BUIKHOLTE WORDT DAN GROTER)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Buikademhaling
(middenrifademhaling)
Diepe ademhaling waarbij je buik uitzet en weer inkrimpt.
(gebruikt ook buikspieren)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Borstademhaling
(ribbenademhaling)
Je gebruikt de tussenribspieren. 
Oppervlakkige ademhaling.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
I Bij ademhaling is de belangrijkste spier het middenrif
II De uitademing wordt veroorzaakt doordat het middenrif zich spant


A
Alleen I is juist
B
I en II zijn juist
C
Alleen II is juist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke bewering over de uitademing is juist?


A
De borstkas wordt groter
B
Het middenrif ontspant zich
C
Het middenrif spant zich aan

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De uitgeademde lucht bevat:



A
Meer kooldioxide dan de ingeademde lucht
B
Meer zuurstof dan de ingeademde lucht
C
Minder kooldioxide dan de ingeademde lucht

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Het volume van de borstholte neemt op een bepaald moment toe tot de maximale grootte. Wat gebeurt er hierbij met het middenrif en wat met de ribben?




A
Het middenrif gaat naar boven en de ribben naar beneden
B
Het middenrif gaat naar boven en de ribben naar voren
C
Het middenrif gaat naar beneden en de ribben naar voren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

ADEMCENTRUM

DE ADEMHALING WORDT GEREGELD VANUIT HET ADEMCENTRUM


PLAATS: VERLENGDE MERG (ONDERDEEL VAN DE HERSENSTAM)


HET CENTRUM WORDT GEPRIKKELD DOOR HET
KOOLZUURGASGEHALTE
VAN HET BLOED

Slide 24 - Slide

Stemt de ademhaling af op de behoefte van het lichaam.

Automatisch: autonome zenuwstelsel
GASWISSELING
DIT VINDT PLAATS DOOR DIFFUSIE =
SPONTANE MENGING VAN GASSEN OF
VLOEISTOFFEN.


DIFFUSIE VINDT PLAATS VAN HOGE CONCENTRATIE NAAR
LAGE CONCENTRATIE.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is diffusie?


A
Het onschadelijk maken van ziektekiemen tijdens inademing
B
Gassen die zich verplaatsen naar een lage concentratie zuurstof
C
Opname van zuurstof in cellen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions