Schrijfles Ziek Bericht schrijven

1 / 57
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Soms kun je niet naar school.
Geef een voorbeeld

Slide 2 - Mind map

je bent ziek
je hebt een afspraak

Slide 3 - Slide

Wat doe je dan?

Slide 4 - Slide

je belt de docent
je stuurt een bericht

Slide 5 - Slide

Doel van deze les:
Je kunt een kort eenvoudig briefje schrijven naar een docent om te vertellen dat je afwezig bent in de les.



Benodigdheden:
 jouw laptop, 
jouw schrijft, jouw pen. 
Schrijven

Slide 6 - Slide

Met vriendelijke groet,
Schrijven
Hoi
Doei
Beste Tom
Goedemiddag
Geachte heer Boer
Tot ziens
Beste meneer Boer,
Geachte mevrouw Boer,
Hoi Tom

Slide 7 - Slide

1 Wie - 2 doetwat

Ik bel de school.
Ik ga niet naar school.
Wij werken thuis
Wij hebben een afspraak bij de GGD.
 Gebruik dit principe:

Slide 8 - Slide

Lees dit bericht. 
Waar gaat het over? Wie heeft dit bericht geschreven?
 geschreven en welke door een moeder?
Vermeulen

Slide 9 - Slide

1. Waar staat de persoon in dit bericht?

2.Waar staat het werkwoord in dit bericht? 
Kijk nog een keer naar "Wie-doet-wat" principe.  

Slide 10 - Slide

timer
1:45
de persoon

Slide 11 - Mind map

Bij de volgende dia's:
kies de persoon
1

Slide 12 - Slide

Ik ben vandaag ziek.
A
ik
B
ben
C
ziek
D
vandaag

Slide 13 - Quiz

Ik heb buikpijn.
A
buikpijn
B
heb
C
ik

Slide 14 - Quiz

Ik kom vandaag niet naar school.
A
kom
B
naar school
C
vandaag
D
ik

Slide 15 - Quiz

Ik kom morgen weer naar school.
A
morgen
B
kom
C
ik
D
naar school

Slide 16 - Quiz

We werken thuis.
A
thuis
B
werken
C
we

Slide 17 - Quiz

Hij belt de school.
A
de school
B
belt
C
hij

Slide 18 - Quiz

Op plaats 1: de persoon
Jij blijft thuis.
Ik heb een afspraak.
Hij belt de school.
Mijn broer is verkouden.

Slide 19 - Slide

timer
1:30
werkwoord
(doe-woord)

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Ik werk.                   Ik ben.
Ik lees.                    Ik kom.
Ik schrijf.                Ik heb.           

Slide 22 - Slide

ik
zit
zitten
kom
komen
ben
zijn
heb
hebben
heeft
komt
is

Slide 23 - Drag question

Bij de volgende dia's:
kies het werkwoord
2

Slide 24 - Slide

Ik ben vandaag ziek.
A
ik
B
ben
C
ziek
D
vandaag

Slide 25 - Quiz

Ik heb buikpijn.
A
buikpijn
B
heb
C
ik

Slide 26 - Quiz

Ik kom vandaag niet naar school.
A
kom
B
naar school
C
vandaag
D
ik

Slide 27 - Quiz

Ik kom morgen weer naar school.
A
morgen
B
kom
C
ik
D
naar school

Slide 28 - Quiz

Ik blijf thuis.
A
thuis
B
blijf
C
ik

Slide 29 - Quiz

Ik bel de school.
A
ik
B
de school
C
bel

Slide 30 - Quiz

Op plaats 2: werkwoord (doe-woord)
Ik blijf thuis.
Ik heb buikpijn.
Ik bel de school.
Ik ben verkouden.
Ik ben ziek. 

Slide 31 - Slide

Ik ... ziek.
A
is
B
ben
C
zijn
D
bent

Slide 32 - Quiz

Ik ... morgen naar school.
A
komen
B
komt
C
kom

Slide 33 - Quiz

Ik ... buikpijn.
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 34 - Quiz

Ik ... in groep P.
A
zitten
B
zit
C
zitt
D
zitte

Slide 35 - Quiz

Ik ... thuis.
A
blijft
B
blijf
C
blijfen
D
blijven

Slide 36 - Quiz

Ik ... griep.
A
heeft
B
hebt
C
hebben
D
heb

Slide 37 - Quiz

Ik ... verkouden.
A
bent
B
zijn
C
ben
D
is

Slide 38 - Quiz

Zet de woorden in de goede volgorde
De juiste zinnen ga je in jouw schrift overschrijven. 

Slide 39 - Slide

1 Wie - 2 doetwat

Ik bel de school.
Ik ga niet naar school.
Wij werken thuis
Wij hebben een afspraak bij de GGD.
 Gebruik dit principe:

Slide 40 - Slide

ziek ik ben

Slide 41 - Open question

heb buikpijn ik

Slide 42 - Open question

thuis ik blijf

Slide 43 - Open question

de school bel ik

Slide 44 - Open question

groep P ik in zit

Slide 45 - Open question

ik griep heb

Slide 46 - Open question

verkouden ben ik

Slide 47 - Open question

Dus 
Wie - doet - wat
Ik - ben - thuis.


De persoon  - IK
Werkwoord(doe-woord) - ben
wat - thuis

Opdracht: Zet de pionnen in de goede volgorde. Werk in groepjes.

Slide 48 - Slide

Werken in groepjes. Maken samen een opdracht. Succes!
Zet jouw teamgenoten in de goede volgorde.

Slide 49 - Slide

Zet de doorgeknipte berichtstrookjes in de goede volgorde.
Lees daarna jouw bericht (tekst).

Werk in groepjes.  

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

de opdracht
Je kunt niet naar school.
Schrijf een bericht naar de docent op het papier.
Schrijf dat je niet komt.
Schrijf ook waarom niet.
Maak 2  (of meer) zinnen
LET OP DE 1-2-3
Stuur daarna het bericht naar de docent met WhatsApp.

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Dus:

Slide 54 - Slide

1 Wie - 2 doetwat

Ik bel de docent.
Ik ga niet naar school.
Wij werken thuis
Wij hebben een afspraak bij de GGD.

Slide 55 - Slide

de les was
A
makkelijk
B
soms makkelijk, soms moeilijk
C
moeilijk

Slide 56 - Quiz

Feedback

Slide 57 - Slide