This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Basisbegrippen verzekeren
Slide 1 - Slide
Wat is verzekeren?
Slide 2 - Open question
Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.
Slide 3 - Quiz
Wie maakt de polis?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde
Slide 4 - Quiz
Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 5 - Quiz
Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
verzekeraar.
B
verzekerde.
Slide 6 - Quiz
Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 7 - Quiz
Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde
Slide 8 - Quiz
Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekerde
Slide 9 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
vernielen
D
blikseminslag
Slide 10 - Quiz
Welke van onderstaande is geen mogelijk oplossing voor moral hazard?
A
collectieve dwang
B
eigen risico
C
bonus-malus regeling
D
maximum vergoeding
Slide 11 - Quiz
Stelling I: Door middel van een eigen risico kan averechtse selectie worden tegengaan. Stelling II: Met moral hazard wordt bedoeld dat je fraudeert met je verzekering.
Kies het juiste antwoord.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 12 - Quiz
Premiedifferentiatie vermindert probleem van ....
A
moral hazard
B
asymmetrische informatie
C
informatieachterstand
D
averechtse selectie
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN goed middel om averechtse selectie tegen te gaan?
A
Premie differentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico
Slide 14 - Quiz
Wat is averechtse selectie?
A
Uit individuele premiebetaling wordt vermogen gevormd voor de financiering van uitkeringen in de toekomst.
B
De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
C
Houdt in dat de mensen met een hoog risico zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico niet.
D
De verzekeraar is verplicht iedereen die zich aanmeldt te verzekeren tegen dezelfde premie.
Slide 15 - Quiz
Eigen risico zorgt voor:
A
Meer moreel wangedrag
B
Meer averechtse selectie
C
Minder moreel wangedrag
D
Minder averechtse selectie
Slide 16 - Quiz
Thea sluit een doorlopende reisverzekering af. De jaarpremie is € 37, de poliskosten zijn € 5,25. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de verzekeringskosten
Slide 17 - Open question
De kans dat je fiets wordt gestolen is 3 op 10. Een nieuwe fiets kost € 1400. De premie voor het verzekeren van je fiets is € 84 per jaar. Bereken het risico.