Herkomst dieren
De dieren komen zoveel mogelijk uit de biologische keten, dus van eigen opfok of van een ander biologisch (opfok)bedrijf. Alleen als er niet voldoende biologisch vee beschikbaar is, mogen er gangbare dieren gekocht worden. Daarvoor moet dan wel een ontheffing aangevraagd worden.
Er wordt meestal gekozen voor robuuste rundveerassen met een goede ruwvoeropname en een langere levensduur.
Het aantal dieren dat wordt gehouden is in evenwicht met het grondoppervlak. De mest moet gebruikt kunnen worden op het eigen land of op land van andere boeren in de streek zodat er geen mestoverschot ontstaat.
Diervoeder
De dieren moeten gevoerd worden met biologisch voer waarvan minimaal 60% afkomstig is van het eigen bedrijf of uit de EU.
Het voer bestaat voor minimaal 60% uit ruwvoer.
De diervoeders zijn GMO-vrij geproduceerd en mogen geen antibiotica, medicijnen en groeibevorderaars bevatten.
De zoogperiode voor kalveren is minimaal 90 dagen. In deze periode krijgen de jonge dieren bij voorkeur moedermelk. Als dit niet kan, mag er biologische melkpoeder gegeven worden. Deze melkpoeder mag geen chemisch gesynthetiseerde of plantaardige ingrediënten bevatten. Natuurlijke biest moet biologisch zijn.
Huisvesting
Stallen en weilanden zijn zo ingericht dat de dieren zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen. De dieren moeten altijd naar buiten kunnen. Alleen bij te slecht weer, te natte grond of bij ziekte mogen de dieren binnengehouden worden.
Voor biologische stallen gelden de volgende eisen:
- Vloeren zijn vlak, maar niet glad.
- Er is voldoende daglicht.
- Er is natuurlijke ventilatie.
- 50% van het vloeroppervlak is dicht.
- Er zijn voldoende schone en droge ligruimtes, die voldoende zijn ingestrooid met strooisel van natuurlijk materiaal.
Er gelden minimum oppervlaktes van de stallen per dier. Voor melkkoeien is dit bijvoorbeeld 6 m2 per dier.
Kalveren die ouder zijn dan 1 week worden in groepen gehouden.
Dieren vastzetten of aanbinden mag niet. Alleen als de veiligheid van een dier in het geding komt, mag een individueel dier korte tijd worden vastgezet.
Gezondheidszorg
Er wordt geprobeerd ziekten zoveel mogelijk te voorkomen door de natuurlijke weerstand van de dieren te versterken met goede voeding, verzorging en leefomstandigheden. Preventief gebruik van reguliere geneesmiddelen en antibiotica is niet toegestaan.
Bij ziekte van de dieren worden bij voorkeur natuurlijke en homeopathische geneesmiddelen gebruikt. Alleen onder verantwoording van een dierenarts mag een regulier geneesmiddel of antibiotica gebruikt worden.
Er mogen geen hormonen gebruikt worden om de groei, productie, vruchtbaarheid of voortplanting te regelen. Alleen als een individueel dier ziek is, mogen op voorschrift van een dierenarts hormonen worden toegediend.
Kunstmatige inseminatie is toegestaan. Andere vormen van kunstmatige voortplanting, zoals embryotransplantatie of gesekst sperma, is niet toegestaan.
Routinematige ingrepen zijn verboden. Onthoornen mag alleen met een ontheffing, als de gezondheid, het welzijn of de veiligheid van het dier en/of de veiligheid van de veehouder in het geding zijn.