Hoofdstuk 3 klas 2

Hoofdstuk 3
Begrippen & Rekenvaardigheden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Begrippen & Rekenvaardigheden

Slide 1 - Slide

Meerkeuzevragen 

Slide 2 - Slide

Een baan waar iemand voor gezocht wordt, noem je een...
A
Sollicitatie
B
Vacature
C
Vaste baan
D
Tijdelijke baan

Slide 3 - Quiz

Je kunt het bedrijf laten wetend at je een baan graag wilt hebben. Je gaat dan ....
A
Solliciteren
B
Vacature
C
Vaste baan
D
Tijdelijke baan

Slide 4 - Quiz

Als je voor een baas gaat werken, noem je de baas een ...
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 5 - Quiz

Iemand die betaald werk doet voor een baas, noem je ...
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 6 - Quiz

Met je baas maak je verschillend afspraken. Deze afspraken staan in een
A
CAO
B
Arbeidstijdenwet
C
Collectieve Arbeidsovereenkomst
D
Arbeidsovereenkomst

Slide 7 - Quiz

De wet waarin regels staan die te maken hebben met je veiligheid en gezondheid op werk, is de ...
A
Minimumloon
B
Tijdelijke baan
C
Arbeidstijdenwet
D
Arbowet

Slide 8 - Quiz

De wet met regels over hoelang je achter elkaar mag werken en hoeveel rust je moet krijgen, is de
A
Minimumloon
B
Arbowet
C
Wet
D
Arbeidstijdenwet

Slide 9 - Quiz

Hieronder staan een aantal beroepen. Sleep de beroepen naar de juiste kolom. 
Geschoold werk
Ongeschoold werk
Automonteur 
Kassamedewerker  
Afwashulp
Folders bezorgen 
Kapper
Ziekenverzorger 

Slide 10 - Drag question

Open vragen

Slide 11 - Slide

Wat is het begrip:
Arbeidsverdeling

Slide 12 - Open question

Wat is het begrip:
Voltijdbaan

Slide 13 - Open question

Wat is het begrip:
Nettoloon

Slide 14 - Open question

Wat is het begrip:
Werkloos

Slide 15 - Open question

Sleepvraag 

Slide 16 - Slide

Sleep de juiste antwoorden bij het begrip 
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dus zonder einddatum
Werk voor een bepaalde tijd, tot een afgesproken einddatum 
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan. 
Een periode waarin werknemer en werkgever kunn opzeggen als het niet bevalt 
Vaste baan
Tijdelijke baan 
Opzegtermijn 
Proeftijd 

Slide 17 - Drag question

Rekenen

Slide 18 - Slide

Thijs verdient €1465 per maand. De inhoudingen zijn €453.

Bereken het nettoloon van Thijs.

Slide 19 - Open question

Monica verdient in de zomervakantie €980 bruto.
Op haar rekening ontvangt ze €685,75
Hoeveel is er op haar loon ingehouden?

Slide 20 - Open question

Sylvie heeft een nettoloon van €2897.
Haar inhoudingen zijn €894 (loonbelasting) en €378 (sociale premie).
Bereken het brutoloon.

Slide 21 - Open question

Welke snack wordt er het meeste gekozen?

Slide 22 - Open question

150 leerlingen hebben de vragenlijst ingevuld.
Hoeveel leerlingen kozen voor een kroket?

Slide 23 - Open question

Hoeveel euro is een broodje gezond duurder dan een korket?

Slide 24 - Open question

Wat is de gemiddelde prijs van de snacks?

Slide 25 - Open question

In welk jaartal begon Sam met werken?

Slide 26 - Open question

Hoeveel verdient Sam per maand in 2018?

Slide 27 - Open question

Hoeveel verdient Sam in het jaar 2018?

Slide 28 - Open question