oefenen voor de so
Wat betekent monarchie?
timer
1:00
1 / 22
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Wat betekent monarchie?
timer
1:00
Slide 1 - Open question
De Griekse kolonies zaten vooral langs de kust.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Waarom gingen de Grieken overzeese kolonies stichten?
A
Er was niet genoeg voedsel voor iedereen
B
Sommige Grieken werden verjaagd
C
Grieken wilden meer gebied innemen
D
Ze wilden contact met de Romeinen hebben
Slide 3 - Quiz
Een polis is:
A
Een stadstaat
B
Een Grieks dorp
C
Een stadstaat met het omliggende platteland
D
Glashelder.
Slide 4 - Quiz
Hoe werd Sparta bestuurd?
A
Door slaven
B
Door een koning
C
Door rijke vrouwen
D
Door de bevolking
Slide 5 - Quiz
Hoe werd Athene bestuurd?
A
Door middel van Democratie
B
Door een Koning
C
Door een slimme mensen
D
Door arme boeren
Slide 6 - Quiz
I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist,
stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een boze man regeert
D
Een kleine groep rijken regeert
Slide 8 - Quiz
Sparta was een monarchie.
Wat is een monarchie?
Wat is een monarchie?
Slide 9 - Open question
Wat is een aristocratie?
Slide 10 - Open question
Wat is een tirannie?
Slide 11 - Open question
Wat betekent het begrip: schervengericht
Slide 12 - Open question
Op welke probeerden de Oude Grieken het leven om hen heen te verklaren.
Slide 13 - Open question
Wat zijn mythen?
Slide 14 - Open question
Kabouters zijn...
A
Mythen
B
Sagen
C
Legenden
Slide 15 - Quiz
wat betekent sagen?
A
legenden
B
heldenverhalen
C
wonderlijke verhalen
D
sprookjes
Slide 16 - Quiz
Heldenverhalen over halfgoden of mensen zijn?
A
Mythen
B
Sagen
C
Legenden
Slide 17 - Quiz
Verhalen over Griekse helden en goden zijn....
A
Geschiedenis
B
Legenden
C
Sprookjes
D
Mythen
Slide 18 - Quiz
Hiernaast zie de overblijfselen van het Orakel van .....
A
Athene
B
Delphi
C
de agora
D
het Parthenon
Slide 19 - Quiz
Bij het Orakel van Delphi kon men in de Griekse tijd vragen stellen aan de god....
A
Hera
B
Zeus
C
Poseidon
D
Apollo
Slide 20 - Quiz
Noem 1 Griekse filosoof en 1 Griekse wetenschapper
Slide 21 - Open question
Hoe noemden Grieken wetenschappers?
A
Dokters
B
Wetenschappers
C
Denkers
D
Filosofen
