Wel of geen -n, getallen en cijfers

Welkom! 
De les gaat vandaag over:
- Wel of geen -n?
- Getallen
- Cijfers 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! 
De les gaat vandaag over:
- Wel of geen -n?
- Getallen
- Cijfers 

Slide 1 - Slide

Programma
- Instructie wel of geen -n, getallen en cijfers 

- Maken opdracht 1 t/m 4 blz. 377 en 378 

- Evaluatie 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert wanneer er wel en niet een -n gespeld moet worden. 

  • Je leert wanneer je getallen moet uitschrijven en wanneer je cijfers moet plaatsen. Je leert ook hoe je de getallen op de juiste manier moet schrijven. 

Slide 3 - Slide

Wel of geen -n? 
Twee regels voor +n:
- Als het woord zelfstandig is gebruikt. 

EN 
- Als de verwijzing gaat over personen. 


Slide 4 - Slide

Wel of geen -n? 
Voorbeelden: 
1. Sommigen kunnen niet kiezen. Anderen wel.

2. Sommige mensen kunnen niet kiezen. Andere wel.

3. De dieren eten van het gras. Beide hadden enorme trek. 

4. De ruiter en het paard stonden beide aan de kant. (combinatie) 

Slide 5 - Slide

Deze bomen worden alle gekapt.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Nederlanders zijn gemiddeld de langste ter wereld.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Van de kinderen hadden enkelen hoogtevrees.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Er waren honderd deelnemers en alle finishten binnen de tijd.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De fotograaf en zijn camera vielen beiden in het water.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Getallen
- Getallen t/m twintig uitschrijven > twee, drie, negentien

- Tientallen, honderdtallen, duizendtallen, miljoen en miljard uitschrijven > twintig, honderdtwintig, vierhonderdduizend vijftig, vijf miljoen driehonderd 
* Let op: na het woord duizend een spatie en voor en na miljoen en miljard

- Miljoen en miljard altijd in woorden uitschrijven > 8,3 miljard, 55 miljoen 


Slide 11 - Slide

Cijfers
- Rangtelwoorden (aan elkaar) > veertiende, elfduizendste 

- Exacte gegevens, zoals maten, gewichten, temperaturen, leeftijd en data.
* Ze reed met 30 km/u. naar huis.
* Hij weegt 80 kg.
* Het is 19 graden buiten.
* Ze is geboren op 12 januari 2005.
* Walter groeide op in de Koperstraat 45. 

Slide 12 - Slide

Cijfers
- Combinatie van iets wat uitgeschreven moet worden en niet: 

Deze drie studenten leverden een beter resultaat dan de 24 die hen voorgingen. 

Deze 3 studenten leverden een beter resultaat dan de 24 die hen voorgingen.

Slide 13 - Slide

Welke getallen worden voluit geschreven?
a) 371 - b) 80.000 - c) 2,5 - d) 64 - e) 19
A
a, b, c, d, e
B
b, d, e
C
a, c, e
D
b, c, e

Slide 14 - Quiz

Welke getallen moeten in letters?

De opa van 98 ging in 1951 met zijn 3 zoons 10 keer achter elkaar in de 8-baan.
A
98, 1951, 3, 10, 8
B
1951, 3, 10, 8
C
98, 3, 10, 8
D
3, 10, 8

Slide 15 - Quiz

Welk antwoord is juist?
Van de 44 reizigers waren er twaalf ziek geworden
A
getallen zijn goed gespeld
B
twaalf moet 12 zijn
C
44 moet vierenveertig zijn

Slide 16 - Quiz

Welke getallen moeten in letters? De baby is 24 januari 2021 geboren en weegt 3131 gram en is 49 cm.
A
geen
B
24, 2021
C
24, 2021, 3131
D
24, 2021, 3131, 49

Slide 17 - Quiz

Welke getallen moeten in letters?
Ik heb 12 broeken gekocht in maat 40 en deze worden bezorgd op de Schoolstraat 34.
A
geen
B
12
C
12, 40
D
12, 40, 34

Slide 18 - Quiz

Vragenrondje

Slide 19 - Slide

Huiswerk: 
- Maken reader verhaalanalyse les 4 opdracht 1 t/m 4. 

- Maken spelling koppelteken, trema, weglatingsstreepje, alle(n), getallen en cijfers opdracht 10 t/m 14 op blz. 375 en 376 en opdracht 1 t/m 4 blz. 377 en 378 uit je boek Op Niveau. 

- Literatuur: lees een paar hoofdstukken uit je boek.

Slide 20 - Slide

Ik heb de uitleg:
A
niet begrepen
B
beetje begrepen
C
goed begrepen
D
heel goed begrepen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video