DISK thema 11 taak 4

DISK thema 11 taak 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

DISK thema 11 taak 4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Lesdoelen bespreken
- Nieuwe woorden leren
- filmpje kijken
- Taak 4: Een sportwedstrijd opzetten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
Aan het einde van de les:
- Kun je de woorden van les 3 vertalen naar je eigen taal en kun je ze gebruiken in een Nederlandse zin.

- Kun je een plan bedenken en opschrijven voor het opzetten van een sportwedstrijd.

- Kun je een powerpoint maken met alle informatie voor jouw sportwedstrijd.

Slide 3 - Slide

Type hier een titel
Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.
Woorden van de woordenlijst

Slide 4 - Slide

Type hier een titel
opbouwen
  • We moeten een goede vriendschap opbouwen.




.
sterker
opbouwen
groeien
maken

Slide 5 - Slide

Type hier een titel
opzetten
  • Ze gaan een nieuwe sportclub opzetten.




.
starten
opzetten
doen
organiseren

Slide 6 - Slide

Type hier een titel
Het resultaat
  • Hij had een goed resultaat op zijn toets.




.
uitslag
het resultaat
eind
het cijfer

Slide 7 - Slide

Type hier een titel
de samenvatting
  • Ik schrijf een samenvatting om te leren voor de toets.




.
de samenvatting
kort
begrijpen
tekst

Slide 8 - Slide

Type hier een titel
Het schema
  • Ik maak een schema met alle informatie




.
overzicht
het schema
plan
informatie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Waar ging dit filmpje over?

Slide 11 - Open question

Waarom konden deze kinderen heel lang geen wedstrijden spelen?

Slide 12 - Open question

De planning
Een overzicht waarin staat wanneer dingen gedaan moeten worden


Ik ga een planning maken met al mijn huiswerk

Slide 13 - Slide

Uitgebreid
Heel veel, groot


Ik ga uitgebreid vertellen over mijn hobby.
We gaan vandaag uitgebreid ontbijten.

Slide 14 - Slide

regelen
Zorgen dat iets gebeurt.
Zorgen dat alles goed gaat.

(werkwoord)

Hij regelt het wel.

Slide 15 - Slide

Organiseren 
Iets regelen of voorbereiden.

(werkwoord)

Ik organiseer een feestje.
Wil je mij helpen om een uitje te organiseren

Slide 16 - Slide

Sportwedstrijd organiseren
Wat moet je allemaal doen?

Slide 17 - Mind map

Bedenk een plan
Jullie gaan samen een sportwedstrijd opzetten!
Gebruik deze vragen:
Welke sport kiezen jullie?
Waar is de wedstrijd?
Welke docenten gaan jullie vragen?
Welke leerlingen doen mee? Hoe kiezen jullie die?
Wanneer is de wedstrijd en om welke tijd?
Wat moeten jullie verder nog regelen? (prijzen, eten etc.)
Hoeveel kost het?
Zoek de goede informatie op internet.

Slide 18 - Slide

Bedenk een planning
Zet de informatie zo uitgebreid mogelijk in een schema






Het resultaat? Een uitgebreide planning voor je sportwedstrijd.

Slide 19 - Slide

Presenteren
Maak een PowerPoint om jouw plan te presenteren.
Zorg dat alle belangrijke informatie erin staat.
Maandag gaan jullie presenteren!

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Huiswerk voor maandag:
- Maak woordenlijst les 2 en 3.
- Maak je presentatie af.

Slide 21 - Slide