Toetsvragen Thema 5 Erfelijkheid en evolutie

Toetsvragen Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Toetsvragen Thema 5 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

De verschillende haarkleuren/stijlen worden veroorzaakt door:
A
genotype
B
combinatie van fenotype en genotype
C
Omgeving
D
Fenotype

Slide 2 - Quiz

Wat blijft in alle stadia van de metamorfose van een kikker gelijk?
A
Fenotype
B
Genotype
C
Geen van beide
D
Zowel het genotype als het fenotype

Slide 3 - Quiz

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 4 - Quiz

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
A
Eigenschappen die voortdurend veranderen
B
Je persoonlijke eigenschappen
C
Eigenschappen die je van je ouders erft
D
Overgewicht

Slide 5 - Quiz

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 6 - Quiz

Hoeveel chromosomen zitten er in een geslachtscel?
A
46 paar
B
23
C
23 paar
D
46

Slide 7 - Quiz

Is dit erfelijk of niet erfelijk?
A
Erfelijk
B
niet erfelijk

Slide 8 - Quiz

Welke basen zijn er te vinden in DNA?
A
A-C-G-U
B
A-C-P-E
C
G-T-M-L
D
G-T-C-A

Slide 9 - Quiz

1. Teken zijn meer verwant aan schorpioenen dan aan spinnen.
2. Hooiwagens zijn eerder ontstaan dan teken
A
Geen van beide conclusies is juist.
B
Alleen conclusie 1 is juist.
C
Alleen conclusie 2 is juist.
D
Beide conclusies zijn juist.

Slide 10 - Quiz

1. Beerdiertjes zijn meer verwant aan de peniswormen dan aan de gifkakendragers.
2. Beerdiertjes zijn later ontstaan dan rondwormen
A
Geen van beide conclusies is juist.
B
Alleen conclusie 1 is juist.
C
Alleen conclusie 2 is juist.
D
Beide conclusies zijn juist.

Slide 11 - Quiz


A
In het Carboon
B
In het Devoon
C
In het Neozoïcum

Slide 12 - Quiz