This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom bij AK, deze keer in...?
Slide 1 - Slide
vanaf jaren 90: herstructurering: nieuwe, mooiere woningen in oude panden
bv samenvoegen van bestaande woningen
Slide 2 - Slide
Bijvoorbeeld de silodam: graanopslag wordt woon-werk gebouw
Slide 3 - Slide
In de graan-opslag zijn nu ramen, muren, woningen, werkruimtes, gemaakt
Slide 4 - Slide
Ook toevoegen van nieuwbouw in de beschikbare stedelijke ruimte hoort bij herstructurering
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
IN JE EIGEN WOORDEN
schrijf in je eigen woorden op wat het verschil is tussen herstructureren (deze les) en stadsvernieuwing (vorige les)
1 minuut. dan bespreken we.
Slide 9 - Slide
Schrijf in je eigen woorden op wat het verschil is tussen herstructureren en stadsvernieuwing
Slide 10 - Open question
Het proces van verandering in de bevolkingssamenstelling en het voorzieningenniveau in een wijk.
Meestal: Er komen duurdere huizen, rijkere inwoners, duurdere winkels. Voor de oorspronkelijke bewoners is minder plek. Ze moeten naar een andere wijk of stad.
Bijv.: De Pijp, De Jordaan, Javastraat, Amsterdam Noord
GENTRIFICATION
Denk aan:
GENTleman
Een sjieke meneer
Slide 11 - Slide
Segregatie: Het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in de stad.
Etnische achtergrond: Sociaal-culturele identiteit, vaak gebaseerd op het herkomstland van de ouders.
Sociaal Economische klasse
Positie in de maatschappij die bepaald wordt door opleidingsniveau en inkomen.
Slide 12 - Slide
opleidingsniveau en inkomen.
Arbeiderswijk
Rijke wijk
Gemengde wijk
In buitenland: Ghetto
Etnische achtergrond
In buitenland: Little India, Chinatown
In Amsterdam:
Zeedijk: Chinese wijk
ZuidOost: Surinaams
Nieuw West: Turks/Marokkaans
Slide 13 - Slide
in je eigen woorden
schrijf in je eigen woorden op waarom je gentrification goed vindt, of juist niet. licht je antwoord toe.
Slide 14 - Slide
Schrijf in je eigen woorden op waarom je gentrification goed vindt of juist niet. Licht je antwoord toe.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
opdracht
denk even na wat we tot nu toe behandeld hebben. blader door je boek. kies dan 3 dingen uit de stof van de afgelopen tijd:
1 voorbeeld wat je onthouden hebt
1 begrip of voorbeeld wat nieuw voor je was
1 begrip waar je nog wat aandacht aan moet besteden