Bedrijvende en lijdende vorm - Grammatica blok 2

Bedrijvende en lijdende vorm
Aan het einde van de les kan jij aan een zin zien of hij in de bedrijvende of in de lijdende vorm staat.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bedrijvende en lijdende vorm
Aan het einde van de les kan jij aan een zin zien of hij in de bedrijvende of in de lijdende vorm staat.

Slide 1 - Slide

Bedrijvende vorm

iemand doet iets


lijdende vorm

iets wordt door iemand gedaan

Slide 2 - Slide

Stappenplan
1. zoek het onderwerp
2.Is het onderwerp in actie(in bedrijf)- bedrijvende vorm
3. Is het onderwerp niet in actie- lijdende vorm

Slide 3 - Slide

Het werkstuk is door Hassan gemaakt.

Slide 4 - Mind map

bedrijvende vorm of lijdende vorm?
1. De docent deelt de schriften uit.
2. De schriften worden door de docent uitgedeeld.
3. Kevin schot de bal over het hek.
4. De leerling werd ondervraagd door de directeur.

Slide 5 - Slide

Word jij later docent aardrijkskunde?
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 6 - Quiz

De toets wordt morgen afgenomen in de klas.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 7 - Quiz

De bakker werd door de hond aangevallen.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 8 - Quiz

De kat vangt een muis.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 9 - Quiz

Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 10 - Quiz


Mijn vader koopt bloemen.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 11 - Quiz

Jan organiseert het afscheidsfeest.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 12 - Quiz

De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 13 - Quiz

De brieven worden door de postbode bezorgd.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 14 - Quiz


De speler heeft een prachtig doelpunt gemaakt.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 15 - Quiz

Kan jij nu zien aan een zin of hij in de lijdende of in de bedrijvende vorm staat?

Slide 16 - Mind map