This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
9.3 Glucose als grondstof
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Nabespreken basisstof 9.1 en 9.2
Quiz
Uitleg basisstof 9.3
Opdrachten maken
Evaluatie
Examenopgaven
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden.
Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies zijn van deze stoffen.
Slide 3 - Slide
Fotosynthese
Energiearme stoffen
- Koolstofdioxide
-Water
- Zuurstof
Energierijke stoffen
- Glucose
Slide 4 - Slide
Glucose als grondstof
Energierijke stoffen:
Stoffen waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd of door organismen zijn gevormd.
Koolhydraten (glucose&zetmeel), eiwitten, vetten
Energiearme stoffen:
Komen zowel in organismen voor als in de levenloze natuur.
Bijv: mineralen (ijzer), koolstofdioxide en water.
Zonder ijzer kan een plant geen bladgroen maken en de mens geen rode bloedcellen.
Slide 5 - Slide
Fotosynthese en verbranding
Slide 6 - Slide
Fotosynthese en verbranding
Slide 7 - Slide
De vorming van energierijke stoffen
De opbouw van energierijke stoffen uit andere stoffen
noem je assimilatie
eiwitten, vetten en koolhydraten
zijn assimilatieproducten
Slide 8 - Slide
Assimilatieproducten
Assimilatieproducten = energierijke stoffen.
Alle organismen gebruiken deze stoffen als brandstof, bouwstof en reservestof.
Brandstoffen worden verbruikt bij de verbranding. Bijv. glucose. De glucose die niet als brandstof nodig is, wordt gebruikt voor de assimilatie van andere stoffen.
Bouwstoffen worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel). Eiwitten zijn bijvoorbeeld nodig voor de vorming van DNA en cytoplasma en cellulose is nodig voor de vorming van celwanden.
Reservestoffen, vooral zetmeel, worden opgeslagen voor later. Elke cel bevat een kleine hoeveelheid reservestoffen. Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van verdikte delen en van zaden. Bollen en knollen zijn voorbeelden van verdikte delen.
Slide 9 - Slide
Aan het werk
Maak van basisstof 9.3
Maken opdracht 1 t/m 5
Slide 10 - Slide
Kan je nu?
beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden?
aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies zijn van deze stoffen?
Zijn mineralen grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels? En zijn suikers grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels?
A
geen van beide
B
allebei
C
alleen suikers
D
alleen mineralen
Slide 12 - Quiz
Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
glucose
Slide 13 - Quiz
Welke energierijke stof maakt de plant door fotosynthese?
Slide 14 - Open question
Floortje koopt op een zaterdagmorgen een bos rozen en zet deze meteen in een vaas voor het raam.
Kan er in de bladeren van een rozentak dan fotosynthese plaatsvinden? En verbranding?
A
geen van beide
B
alleen verbranding
C
alleen fotosynthese
D
zowel verbranding als fotosynthese
Slide 15 - Quiz
Door het afbreken van takken en bladeren van een boom is er minder transport van water en zouten door de stam. Hierdoor kan zo’n boom niet goed meer groeien.
Geef de naam van de vaten waardoor water en zouten worden getransporteerd