Periode 2 - les 3

Les 3: Het eten van een olifant
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 3: Het eten van een olifant

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VRAAG:
Hoe eet je een olifant?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

de olifant staat voor iets groots dat jij wilt bereiken. Misschien iets wat je op je
bucketlist hebt staan, maar dat hoeft niet. Denk bijvoorbeeld aan het inpakken van je tas voor
de vakantie, een presentatie die je binnenkort moet geven, een boek dat je voor school gelezen
moet hebben of een route van vijf kilometer die jij wilt rennen.
Waar begin je? Hoe pak je het aan?
Verdeel je grote activiteiten in 5 kleine hapjes.
1. Stel jezelf eerst de beginvraag: Welke acties kan ik doen om …. ?
2. Noteer de acties.
3. Check of de acties elkaar niet overlappen. Haal ze er uit, voeg ze samen of wijzig de formulering. Check of je niets bent vergeten.
4. Vraag jezelf af aan welke acties je de meeste aandacht moet geven voor de grootste impact.
5. Welke stappen moet je nemen en wanneer? Maak een tijdschema.

Slide 4 - Slide

1. Wat moet je allemaal doen om je tas goed in te pakken voor de vakantie?
2. Uitzoeken:
– waar je heen gaat. Welk land en welk klimaat?;
– of je met de auto gaat, de fiets of het vliegtuig;
– welke soort activiteiten je er kunt doen;
Maak vervolgens een inpaklijst.
3. Land en klimaat hebben een overlap met de soort activiteiten die je kunt doen. Die voeg je
dus samen.
4. Aandacht besteden aan: welke activiteiten je kunt doen, hoe je erheen gaat en het maken
van een inpaklijst.
5. Inpaklijst bestaat uit: sportkleding, leuke kleding, toiletspullen, schrijfgerei en boeken.
6. To do:
7. 1. Ik ga uitzoeken welke activiteiten je er kunt doen en hoe we erheen gaan. Dit ga ik
googelen en bespreken met mijn moeder. Dat doe ik vanmiddag.
2. Ik ga een inpaklijst maken. Dat doe ik morgen. Enzovoort.
Geef eerlijk antwoord
...

Kun jij zelf je toetsweek voorbereiden?

Welke 5 stappen kun je daarvoor zelf nemen?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tijdverspilling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Hoe leer jij optimaal?

Welke dingen doe je wel?

Welke dingen doe je juist niet?

 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afleiding
Raak jij snel afgeleid?

Wat zijn jouw meest voorkomende tijdverspillers?

Welke tips kunnen jullie bedenken om gefocust te blijven?




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke gedachten kunnen ervoor zorgen dat je niet optimaal leert?
Welke gedachten kunnen ervoor zorgen dat je niet optimaal leert?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1: Er mag niets fout gaan (perfectionisme)
→ Waarom leer je dan niet optimaal? Antwoord: als je perfectionistisch bent, wil je geen fouten maken. Je ziet een fout als een teken van zwakte en vindt jezelf minder waard als je niet alles perfect doet. Je gaat te veel tijd en energie steken in het controleren van alles wat je doet, om de kans op vergissingen zo klein mogelijk te maken. Daardoor houd je te weinig tijd over voor het echte leren.
→ Wie herkent dit? Wat herken je ervan? Het is goed om je te realiseren dat ‘perfect’ niet bestaat, want wat is perfect? Het heeft vooral
met je zelfbeeld te maken. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2: Ik kan nog veel meer doen (lat te hoog)
→ Waarom leer je dan niet optimaal?
Antwoord: je bent veeleisend voor jezelf. Je doelstellingen zijn niet realistisch. Je wil te hoge cijfers halen. Je wilt altijd de beste zijn. Je hebt een enorme prestatiedrang. Je steekt te veel tijd in dat wat je doet. Soms ben je teleurgesteld als het allemaal niet lukt.
→ Wie herkent dit? Wat herken je ervan?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions