les 6 Europa na de Tweede wereldoorlog

Europa na de tweede wereldoorlog
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Europa na de tweede wereldoorlog

Slide 1 - Slide

vandaag:

Oefening vraag

Duitsland na de Oorlog

Het verdrag van Jalta


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Oefenvraag
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Aantekeningen
Wat waren de redenen dat Duitsland was 'ontwricht' na de WOII?

Hoe gingen de geallieerde om met Duitsland na WOII?

Wat is het verschil tussen Communisme en Kapitalisme?

Slide 6 - Slide

D-Day
Landing op Normandië die het westferont voor de Nazi's weer opende
Berlijn
Hoofdstad van Nazi-Duitsland en schuilplaats van Hitler
Stalingrad
Ommekeer op het oostfront

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Duitsland na WOII

- Moreel
- Sociaal
- economisch
- Politiek

Slide 9 - Slide

Heimatvertreibenen
Tien tot vijftien miljoen Duitsers uit het Oosten werden tussen 1945 en 1947 verdreven uit hun land, honderdduizenden vrouwen werden verkracht, en minstens twee miljoen mensen werden vermoord of stierven aan ontberingen tijdens de vlucht

Slide 10 - Slide

D-Day
Landing op Normandië die het westferont voor de Nazi's weer opende
Berlijn
Hoofdstad van Nazi-Duitsland en schuilplaats van Hitler
Conferentie van Jalta
Februari 1945
Stalingrad
Ommekeer op het oostfront

Slide 11 - Slide

Conferentie van Jalta
Hoe gaan we verder met Europa? 
 Wil je überhaupt nog dat Duitsland een land wordt? 


v.l.n.r.

Winston Churchill (eng)
Franklin Rooseveld (USA)
Joseph Stalin 
(SU)

Slide 12 - Slide

Stalin (Sovjet-Unie)
- Wantrouwd het 'westen'
- Wil zoveel mogelijk Communisme 
- Wil zoveel mogelijk macht
- Wil voorkomen dat SU weer aangevallen wordt (WOI &  WOII)
Rooseveld (U.S.A)
- Wil een vrije markt 
- Wil democratie 
- Zelfbeschikkingsrecht voor alle volkeren

Churchill (V.K.)
- Wil een vrije markt 
- Wil democratie 
- Is bang dat Stalin het communisme in heel Europa wil verspreiden


Slide 13 - Slide

Afspraken na Jalta
  1. Verdeling Duitsland in bezettingszones
  2. Duitsland economisch en politiek helpen
  3. Geen leger of wapenvoorraad voor Duitsland
  4. Geen herstelbetalingen

Doel: Een goed sterk nieuw land 
opbouwen met vrede als basis


Slide 14 - Slide

Conferentie van Potsdam
Na het verslaan van de Nazi's 
Stalin (SU)
Truman (USA)
Attlee (V.K.)

Slide 15 - Slide

Verklaar:

Waarom Churchill en Roosevelt er niet meer bij zijn, maar Stalin wel?

Slide 16 - Open question

Potsdam:
- Denazificatie
- Demilitarisatie
- Democratisering 
- Frankrijk krijgt ook een stukje
- Verdeling van Duitsland in gebieden

Groeiend wantrouwen tussen 'West' en 'Oost'

Churchill is weg en daarmee de grootste criticus van Stalin

Slide 17 - Slide

Het plan/idee (op papier dan)

- Het idee van Potsdam was om Duitsland te controleren. Maar uiteindelijk zou er genoeg democratie zijn, geen leger en geen Nazi's. Dan zou Duitsland weer één zelfstandig land worden.


Slide 18 - Slide

De plannen (in daad)
- Duitsland is verdeeld in 4 zones. 

De Sovjet-Unie wil: 
- Duitsland hard aanpakken voor WoII (herstelbetalingen)
- Communisme

Frankrijk wil:
- Duitsland klein en nietig maken
- Herstelbetalingen 

Engeland en Amerika willen:
- Duitsland er zo snel mogelijk weer bovenop krijgen
- Kapitalisme

Slide 19 - Slide

Beschrijf aan de hand van één voorbeeld waarom een land niet zowel kapitalistisch als communistisch kan zijn.

Slide 20 - Open question

Communisme
- Geen privaat eigendom -> alles is van de staat

- Gelijkheid niemand is rijker dan een ander. 

- Een doctor verdient hetzelfde als een vuilnisman.

Ideologie die veel aanhangers kreeg en in verschillende landen
nog steeds wordt gevolgd. 






Slide 21 - Slide

Communisme
De overheid 
(de staat)
Kapitaal
Burgers

Slide 22 - Slide

Communisme & Kapitalisme
Kapitalisme

Vrijheid

Vrije-markt (concurentie)

Democratisch
Communisme:

Gelijkheid

Planeconomie

Anti-Democratisch

Slide 23 - Slide

Een probleem van democratie is dat het een instabiele bestuursvorm is. Hoe blijkt dat uit deze les ?

Slide 24 - Open question

Maak de eindexamenvraag:
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Aan de slag met opdracht:
14 en 15 

van je Historische Context

Slide 26 - Slide