2.2 Het Romeinse Rijk

Het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

...uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk

...hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven

...wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen
voor de Germanen
Aan het einde van de les kan je...

Slide 2 - Slide

§2.2
Het Romeinse Rijk
A
Een groot rijk
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Begrippen:
  • Romeinse Rijk
  • oudheid
B
Een sterk leger
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Begrippen:
  • beroepsleger
  • bondgenoot
C
Romeinen langs de Rijn
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Begrippen:
  • Germanen
  • cultuur

Slide 3 - Slide

750 v. Chr: Rome is een klein dorp aan een rivier
  • Door handel werd het dorp steeds rijker
  • Bestuurders konden een leger vormen
  • Om het dorp te verdedigen werd het gebied rondom het dorp veroverd
  • Gevolg:
    - meer landbouwgrond
    - meer grondstoffen
    - nieuwe handelsroutes
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Begrippen:
Romeinse Rijk
oudheid
§2.2
Het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Een groot rijk

Slide 4 - Slide

  • Tussen 200 v. Chr. en 200 na Chr. veroverden de Romeinen veel gebieden in Europa.
  • Dit rijk noemen we het Romeinse Rijk.
  • Rond het jaar 500 komt er een einde aan het Romeinse Rijk.
  • Op dat moment eindigt ook de oudheid
§2.2
Het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Een groot rijk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Beroepsleger.
  • In het leger zitten is het beroep van de soldaten
  • Minimaal 20 jaar in het leger blijven
  • Goede training en wapens
  • Snel verplaatsen over harde wegen
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Begrippen:
beroepsleger
bondgenoot
§2.2
Het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Een sterk leger

Slide 7 - Slide

Bongenoten
  • Samenwerken met volken die verslagen zijn
  • Volk mocht eigen leiders houden
  • Belasting betalen aan de Romeinen
  • Soldaten leveren
§2.2
Het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Een sterk leger

Slide 8 - Slide

Eerste eeuw voor Chr: Romeinen veroveren zuiden van wat nu Nederland is:
  • Germanen: Friezen en Bataven
  • Boeren in kleine dorpjes
  • Natuurgodsdienst
  • Geen schrift

De grens werd de Rijn 
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Begrippen:
Germanen
cultuur
§2.2
Het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
Romeinen langs de Rijn

Slide 9 - Slide

De Romeinen zorgden voor veranderingen in het leven van de Germanen:
  • Langs de Rijn kwamen legerforten
  • Soldaten hadden voedsel en producten nodig
  • Handel met de Germanen
  • Nieuwe producten als spiegels, glas, olijfolie, wijn
  • Germanen leerden schrijven
  • Namen Romeinse godsdienst en schrift over
  • Er ontstond nieuwe gewoontes en regels voor de volkeren die door de Romeinen waren veroverd; een nieuwe cultuur. 

§2.2
Het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
Romeinen langs de Rijn

Slide 10 - Slide


Welke periode hoort bij het Romeinse rijk?
A
5000 v. Chr - 3000 v. Chr.
B
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
C
500 v. Chr. - 1000 na Chr.
D
750 v.Chr. - 500 na Chr.

Slide 11 - Quiz


Wat mochten de mensen in veroverde gebieden
houden van de Romeinen?
A
Hun eigen belastingen
B
Hun eigen bondgenoten
C
Hun eigen leger
D
Hun eigen leiders

Slide 12 - Quiz


Wat is een bondgenoot?
A
Een volk of land dat een beroepsleger heeft
B
Een volk of land dat samenwerkt met een ander volk of land
C
Een volk of land dat zijn eigen leiders houdt
D
Een volk of land dat zoveel mogelijk gebieden wil veroveren

Slide 13 - Quiz


Welke twee zinnen horen bij een beroepsleger?
Twee zijn er goed, 1 kan je er maar aanklikken
A
Alle soldaten komen uit veroverde gebieden
B
De soldaten mogen veel zelf bepalen
C
De soldaten zijn goed getraind
D
Voor de soldaten is vechten hun werk

Slide 14 - Quiz

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 15 - Slide

Eeuwen
1 eeuw = honderd jaar

We leven vandaag in de 21ste eeuw.

Jezus: 1ste eeuw
Mohammed: 7de eeuw
Karel de grote: 9de eeuw
WOII: 20ste eeuw. 




Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 21 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 22 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 23 - Quiz

Spelen de volgende perioden zich vóór of ná Christus af? Sleep ze naar de juiste plek.
Na Christus
Vóór Christus
1939-1945
212-200
100-44
1914-1918
492-379
1000-1500

Slide 24 - Drag question

20e eeuw
14e eeuw
9e eeuw
21 eeuw
17e eeuw
1921
2030
1698
1313
888

Slide 25 - Drag question