This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhalen via LessonUp
voorbereiding op toets H4
handige tips voor de toets
doe er je voordeel mee!!!
Slide 1 - Slide
Paragraaf 4.1
Een onzeker voorval is de kans op schade, die je vooraf niet kunt voorspellen.
Het eigen risico is dat deel van de schade, dat je zelf moet betalen.
De AVP (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren) vergoedt schade die jij zonder opzet aan anderen hebt toegebracht.
Je betaalt eenmalig poliskosten als je een verzekering afsluit. Ook betaal je assurantiebelasting (een percentage over premie + poliskosten)
Slide 2 - Slide
Paragraaf 4.2
Om je huis en de spullen die daar in staan te beschermen, kun je een inboedelverzekering en een opstalverzekering afsluiten. Als je bij de verzekeraar een te lage waarde voor je woonhuis (herbouwwaarde) of inboedel hebt opgegeven, dan ben je onderverzekerd.
Formule voor schadevergoeding bij onderverzekering:
(verzekerde waarde : werkelijke waarde) x schadebedrag
Slide 3 - Slide
Paragraaf 4.3
Motorvoertuigen moeten verplicht verzekerd worden, de WA-verzekering. Je kunt er ook voor kiezen om een cascoverzekering of een allriskverzekering af te sluiten. Hoe wordt de hoogte van de premie eigenlijk bepaald?
WA- verzekering: gewicht. Cascoverzekering: nieuwwaarde van je voertuig. (km, regio, leeftijd, eigen risico, schadevrije jaren)
Goede bestuurders worden beloond met een no-claimkorting. Deze korting is terug te vinden in de bonus-malusladder.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1) Een inboedelverzekering sluit je af voor schade aan je huis. 2) Een opstalverzekering sluit je af voor de spullen in je huis.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
Beide zijn onjuist.
D
Beide zijn juist.
Slide 6 - Quiz
Wanneer ben je onderverzekerd?
Slide 7 - Open question
1) Een WA-verzekering is verplicht. 2) Een cascoverzekering dekt je alleen tegen schade die jij aanbrengt met je eigen voertuig aan iemand anders.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt de hoogte van de premie bepaald?
Slide 9 - Mind map
Leg uit hoe de bonus-malusladder werkt.
Slide 10 - Open question
Romy heeft 6 schadevrije jaren, hierdoor krijgt zij 72,5% korting op haar brutopremie. Haar brutopremie is € 950 per jaar. Bereken hoeveel nettopremie Romy betaalt.
Slide 11 - Open question
In klas Bk3c hebben 6 van 23 leerlingen hun huiswerk wel gemaakt. Hoeveel procent van de leerlingen heeft hun huiswerk niet gemaakt?