Les 19
Les 19
Frans
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Les 19
Frans
Slide 1 - Slide
Programme
- Lesdoelen
- Presentie
- Frans feitje
- Herhalen:
- ik lust wel / ik lust niet
- getallen t/m 50
- Gramaire D
- Au travail!
- Zinnen A en B + voca
- herhalen (Blooket)Afsluiting
- Devoirs
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Na de les...
...weet je hoe je in het Frans een vraag stelt.
...ken je woorden en zinnen die te maken hebben met eten en drinken.
Slide 3 - Slide
Presentie
Slide 4 - Slide
- Frans feitje -
Een delicatesse met een vreemd luchtje.
Wist je dat...
Er een Franse delicatesse bestaat die voor niet-Fransen vaak als weerzinwekkend wordt beschouwd. De geur schijnt zo onverdraaglijk te zijn, dat 9 van de 10 mensen alleen al bij de lucht braak neigingen krijgen. Hoe heet deze delicattes dan?
Nou, de Andouilles!
Dit zijn worstjes gemaakt van varkensdarmen, gevuld met pens van het varken. Ken je de overheersende geur van een pens staafje die je vaak aan je hond geeft? De geur schijnt hetzelfde te zijn als bij de Andouilles. Ik zou zeggen: Bon apétit!
Slide 5 - Slide
J'aime / Je n'aime pas...
Jullie gaan herhalen hoe je zegt dat je iets lekker vindt en hoe je zegt dat je iets niet lekker vindt.
Opdracht:
- Luister naar het liedje.
- Schrijf op 'J'aime le/la ....' en 'Je n'aime pas le/la ...'
- Vul bovenstaande zinnen aan met 2 producten uit het liedje: één lust je
wel, één lust je niet.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Getallen t/m 50: deel I
Jullie weten ongetwijfeld nog de getallen t/m 20.
Laten we deze eens herhalen met elkaar.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Les nombres de 20-50: deel II
De getallen van 20 t/m 50 maak je door eerst het tiental te noemen en dan een getal van 1 - 9.
De tientallen zijn dus als volgt:
20 = vingt
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
Slide 10 - Slide
Les nombres de 20-50: scrabble
Laten we nu eens deze getallen gaan oefenen dmv 'scrabble'
Dit gaat als volgt:
Schrijf een willekeurig getal uit in letters tussen de 0 en 50. Bijvoorbeeld 'cinquante'. Vervolgens moet je klasgenoot daar een cijfers in letters tegenaan leggen. Bijvoorbeeld 'quinze' met de 'i' van 'cinquante'.
Slide 11 - Slide
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
We hebben onregelmatige woorden in het Frans, zoals 'avoir'(hebben) en we hebben regelmatige werkwoorden in het Frans zoals 'parler'.
Het verschil hier tussen is, dat de uitgangen van de onregelmatige werkwoorden geleerd moeten worden. Terwijl je bij de regelmatige werkwoorden 1 rijtje uitgangen hebt, die je voor AL dezelfde werkwoorden kunt gebruiken. Kijk maar mee:
Slide 12 - Slide
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
Wat valt je op?
Avoir Aimer Manger Détester
J'ai J'aime Je mange Je déteste
Tu as Tu aimes Tu manges Tu détestes
Il/elle/on a Il aime Elle mange On déteste
Nous avons Nous aimons Nous mangeons Nous détestons
Vous avez Vous aimez Vous mangez Vous détestez
Ils/elles ont Ils ament Elles mangent Ils détestent
Slide 13 - Slide
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
Wat valt je op?
Avoir(onregelmatig) Aimer, manger, détester (regelmatig op -er)
J'ai Je -e
Tu as Tu -es
Il/elle/on a Il -e
Nous avons Nous -ons
Vous avez Vous -ez
Ils/elles ont Ils -ent
Slide 14 - Slide
Voorbeelden van regelmatige w.w.
De meeste werkwoorden eindigen in het Frans op -er. Kijk maar eens in je woordenlijst hoofdstuk 2:
détester, commencer, parler, manger, payer, adorer, préférer, organiser, inviter, rentrer, aider, chercher, trouver, regarder, aimer, acheter, changer, habiter.
Slide 15 - Slide
Stappenplan
Deze regelmatige werkwoorden vervoeg je dus als volgt:
Stap 1: haal -er eraf. aimer > aim...
Stap 2: Zet nu achter de stam, de juiste uitgang.
J'aim -e (j'aime)
Tu aim -es (tu aimes)
Il/elle/on aim -e (il aime, elle aime, on aime)
Nous aim -ons (nous aimons)
Vous aim -ez (vous aimez)
Ils/elles aim -ent (ils aiment, elles aiment)
Slide 16 - Slide
Je détest.....
A
-e
B
-es
Slide 17 - Quiz
Nous ador....
A
-e
B
-ons
Slide 18 - Quiz
Ils préfer....
A
-ez
B
-ent
Slide 19 - Quiz
Elle mang...
A
-e
B
-ez
Slide 20 - Quiz
Tu ______(aimer)
Slide 21 - Open question
Vous _____(organiser)
Slide 22 - Open question
Au travail!
Faire ex. 16a, d en ex. 17a, b, c
Klaar?
Leer de voca A en B + de uitgangen van D
timer
15:00
Slide 23 - Slide
Afsluiting
Het verschil tussen onregelmatige en regelmatige werkwoorden is als volgt:
Ik kan het rijtje van uitgangen opnoemen:
Slide 24 - Slide
Devoirs
Apprendre zinnen Phrases Clés C + grammaire D
Faire ex. 16a, d en ex. 17a, b, c
Slide 25 - Slide
Zinnen voca A en B
Via Blooket gaan we nu de Franse zinnen oefenen!
