3.2 samenstelling en concentratie

3.2 Samenstelling en concentratie
1 / 38
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with text slides.

Items in this lesson

3.2 Samenstelling en concentratie

Slide 1 - Slide

Herhaling
Welke 2 soorten mengsels hebben we vorige keer besproken?

Slide 2 - Slide

Herhaling
Welke 2 soorten mengsels hebben we vorige keer besproken?

Wat is het verschil tussen deze 2 mengsels?

Slide 3 - Slide

Herhaling
Welke 2 soorten mengsels hebben we bij par. 3.1 besproken?

Wat is het verschil tussen deze 2 mengsels?

Kun je van beide een voorbeeld noemen?

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 3.2
Je kent het scheikundige begrip concentratie.

Je kunt rekenen aan concentratie.

Je kent het verschil tussen volumepercentage en massapercentage.

Slide 5 - Slide


Concentratie: Hoeveel van 1 stof er voorkomt in een andere.

Slide 6 - Slide

Massa/volume
Bij vloeistoffen spreken we van volume.

Bij vaste stoffen spreken we van massa.

Slide 7 - Slide

Massa/volume
Bij vloeistoffen spreken we van volumepercentage.
(percentage alcohol in wijn)

Bij vaste stoffen spreken we van massapercentage.
(percentage vet in chips)

Slide 8 - Slide

Rekenen aan concentratie
In appelsap zit 11 gram suiker per 100 mL sap.
Hoeveel suiker krijg je binnen als je een glas (250 mL) drinkt?

Slide 9 - Slide

De verhoudingstabel
In appelsap zit 11 gram suiker per 100 mL sap.
Hoeveel suiker krijg je binnen als je een glas (250 mL) drinkt?
Suiker (g)
Appelsap (mL)

Slide 10 - Slide

De verhoudingstabel
Vul een vraagteken (of ander teken naar keuze) in het vakje wat je wilt gaan uitrekenen. In dit geval:
bereken het aantal gram suiker.
Suiker (g)
?
Appelsap (mL)

Slide 11 - Slide

De verhoudingstabel
Vul de andere gegevens in:
In appelsap zit 11 gram suiker per 100 mL sap.
Hoeveel suiker krijg je binnen als je een glas (250 mL) drinkt?
Suiker (g)
11
?
Appelsap (mL)
100
250

Slide 12 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1

Suiker (g)
11
?
Appelsap (mL)
100
1
250

Slide 13 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
Suiker (g)
11
?
Appelsap (mL)
100
1
250
/100
/100

Slide 14 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
Suiker (g)
11
0.11
?
Appelsap (mL)
100
1
250
/100
/100

Slide 15 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
Suiker (g)
11
0.11
?
Appelsap (mL)
100
1
250
x 250
x 250

Slide 16 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
Suiker (g)
11
0.11
27.5
Appelsap (mL)
100
1
250
x 250
x 250

Slide 17 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
- Trek een conclusie!


Dus:
Er zit 27,5 gram suiker in een glas appelsap van 250 mL.
Suiker (g)
11
0.11
27.5
Appelsap (mL)
100
1
250

Slide 18 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
- Trek een conclusie!


Of korter mag ook:
Dus er zit 27,5 g suiker in.
Suiker (g)
11
0.11
27.5
Appelsap (mL)
100
1
250

Slide 19 - Slide

De verhoudingstabel
- Reken altijd terug naar 1
- Wat er boven gebeurt, gebeurt ook onder. En andersom.
- Trek een conclusie!


Of nóg korter:
Dus 27,5 g suiker.
Suiker (g)
11
0.11
27.5
Appelsap (mL)
100
1
250

Slide 20 - Slide

Nog één oefenen
Brons bestaat uit een homogeen mengsel van koper en tin. 
In 650 gram brons is 130 gram tin aanwezig. Bereken het massapercentage tin.

Slide 21 - Slide

Nog één oefenen
Brons bestaat uit een homogeen mengsel van koper en tin. 
In 650 gram brons is 130 gram tin aanwezig. Bereken het massapercentage tin.
Massa (g)
Massapercentage (%)
? %

Slide 22 - Slide

Nog één oefenen
Brons bestaat uit een homogeen mengsel van koper en tin. 
In 650 gram brons is 130 gram tin aanwezig. Bereken het massapercentage tin.
Massa (g)
650 g
Massapercentage (%)
100 %

Slide 23 - Slide

Nog één oefenen
Brons bestaat uit een homogeen mengsel van koper en tin. 
In 650 gram brons is 130 gram tin aanwezig. Bereken het massapercentage tin.
Massa (g)
650 g
130
Massapercentage (%)
100 %
? %

Slide 24 - Slide

Eentje samen
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L?

Slide 25 - Slide

Eentje samen
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L?

Pulp (g)
sinasappelsap (mL)

Slide 26 - Slide

Eentje samen
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L?

Pulp (g)
37
sinasappelsap (mL)
100

Slide 27 - Slide

Eentje samen
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L?
Pulp (g)
37
Sinaasappelsap (mL)
100
1
1000

Slide 28 - Slide

Nu is het aan jullie...
Op een zak paprikachips staat 
deze tabel met voedingswaardes:

Hoeveel zout zit er in een zak van 450g?

Slide 29 - Slide

En nog eentje dan!
Johan stookt moonshine in een schuur. 

Bij een meting meet hij in een fles van 750 mL een inhoud van 275 mL alcohol. Wat is het volumepercentage alcohol in de moonshine?

Slide 30 - Slide

Aan de slag!

Maak de opgaves van paragraaf 3.2.

Kijk ook goed in het boek naar de voorbeeldopdrachten.

Slide 31 - Slide

Eentje samen invullen
In een pot eiwitpoeder zit per 100 gram 22 gram eiwit. Een schep poeder weegt 25 gram.

Hoeveel gram eiwit zit er in één schep van dit poeder?


Slide 32 - Slide

Nu zelf oefenen
- Pak je schrift en rekenmachine
- Per vraag 3 minuten
- Gebruik telkens onderstaande verhoudingstabel

Slide 33 - Slide

Verhoudingen
In een bus Pringles zit 165 g chips. Op het etiket staat dat er in 100 g chips 29 g vet zit.

Hoeveel g vet zit er in een bus Pringles?


Slide 34 - Slide

Verhoudingen
In een fles zit 750 mL rode wijn. Het volumepercentage alcohol is 15%.

Hoeveel mL alcohol kun je met destilleren uit deze wijn halen?


Slide 35 - Slide

Verhoudingen
Brons bestaat uit een homogeen mengsel van koper en tin. Het massapercentage tin in dit mengsel is 30%. 

Hoeveel kilogram tin moet je gebruiken om 5 kg brons te maken?


Slide 36 - Slide

Aan de slag!

Maak de opgaves van paragraaf 3.2.

Kijk ook goed in het boek naar de voorbeeldopdrachten.

Slide 37 - Slide

Verhoudingen
Lucht bestaat uit verschillende stoffen. Het volumepercentage CO2 in de lucht is 0,1%. In het lokaal hangt 200 liter lucht.

Hoeveel liter CO2 hangt er in het lokaal?


Slide 38 - Slide