Rekenen verbanden

Rekenen 
Verbanden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
RekenenMBO

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen 
Verbanden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Het gemiddelde berekenen
- Met procenten rekenen
- Inzichtsvragen maken

Slide 2 - Slide

Gemiddelde berekenen
Hoe deed je dat ook alweer?

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Voor Rekenen heb je de volgende cijfers gehaald. 
6
6,7
8
5,3
5,9

Slide 4 - Slide

Je telt de cijfers eerst bij elkaar op


6 + 6,7 + 8 + 5,3 + 5,9 = 31,9
Daarna kijk je hoeveel cijfers het in totaal zijn


Zo te zien heb je 5 cijfers voor Rekenen gekregen

Slide 5 - Slide

Het gemiddelde berekenen
Je deelt de opgetelde cijfers door het aantal cijfers dat je hebt

Dus je 31,9 deelt door 5

31,9 : 5 = 6,38

Slide 6 - Slide

Zoals je misschien al weet hebben je schoolcijfers één cijfer achter de komma
Dus je moet 6,38 afronden op 1 decimaal achter de komma

Dat wordt dus 6,4

Slide 7 - Slide

Rekenen met procenten

Slide 8 - Slide

Voorbeeld: Bioscoop
In een bioscoopzaal kunnen 200 mensen.
Bij een hele saaie film is de zaal voor 40% gevuld
Hoeveel mensen zitten er in de zaal?

Slide 9 - Slide

Maak een tabel 

Slide 10 - Slide

Van 100% moet je naar 40% want de zaal is voor 40% gevuld

Dit doe je door eerst naar 1% te gaan

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je moet dus 100% delen door 100 om 1% te krijgen

Daarna moet je 1% keer 40 doen om 40% te krijgen

Slide 13 - Slide

Dit moet je ook boven in de tabel doen
Je moet dus 200 delen door 100
Zo bereken je 1% van het totaal

Daarna moet je dit getal keer 40 doen
Zo bereken je wat 40% van het totaal is

Slide 14 - Slide

Je krijgt dus het volgende

Slide 15 - Slide

Je ziet dus wat 40% van        200 mensen is

Het antwoord is 80 mensen

Slide 16 - Slide

Dus
Bij de saaie film zaten er 80 mensen in de zaal

Slide 17 - Slide

Oké nu zijn jullie aan de beurt

Slide 18 - Slide

Bereken het gemiddelde van de volgende getallen
6 5 8 7 2 4 9 5

A
5,75
B
6,25
C
5
D
7,1

Slide 19 - Quiz

Van 230 volwassenen heeft 60% een auto.

Hoeveel volwassenen hebben er een auto?
A
170
B
155
C
138
D
92

Slide 20 - Quiz

In de kledingwinkel is er een uitverkoop.
Jij ziet een shirt die €40 is met 30% korting.
Hoeveel moet je betalen bij de kassa.
A
€12
B
€40
C
€28
D
€20

Slide 21 - Quiz

Gemiddelde lengte
Hiernaast staat de gemiddelde lengte van mannen in verschillende jaren.

Wat is de gemiddelde lengte over alle jaren? 
Rond af op twee decimalen.

Slide 22 - Slide

Geef hier je antwoord
Gebruik geen punt (.) maar wel een komma (,)

Slide 23 - Open question

Er zijn ook andere soort vragen
Je kan ook inzichtvragen krijgen op got it

We gaan nu een paar van zulke vragen oefenen

Slide 24 - Slide

Jan heeft 900 tulpen die hij in bosjes van 15 verkoopt.
Hoeveel bosje tulpen kan Jan verkopen?

Slide 25 - Open question

Reizen
Stel je voor dat je gaat reizen met het OV en jij hebt een     OV-chipkaart met korting.

Hoeveel moet je betalen als je 8 kilometer reist?

Slide 26 - Slide

Hoeveel moet je betalen als je
8 kilometer reist met korting?
A
€2,00
B
€1,50
C
€1,00
D
€2,50

Slide 27 - Quiz

Voetbal
Ajax en PSV spelen twee wedstrijden tegen elkaar. 
Eerst speelt Ajax uit bij PSV. De stand wordt 1-1.
Twee weken later speelt Ajax thuis tegen PSV. Hier wordt de stand 2-2 

Een uitdoelpunt telt voor 2 punten en een thuisdoelpunt telt voor 1 punt.  

Wie heeft er uiteindelijk gewonnen?

Slide 28 - Slide

Wie heeft er gewonnen?
A
Ajax
B
PSV
C
Het is een gelijkspel

Slide 29 - Quiz

Wat hebben we vandaag gedaan?
- We hebben geleerd het gemiddelde te berekenen
- We hebben geleerd met procenten te rekenen
- We hebben naar een aantal inzichtsvragen gekeken en gemaakt
 

Slide 30 - Slide

Tips en tops
Wat vonden jullie van de les?

Slide 31 - Mind map

Dit was de les Rekenen
Jullie kunnen nu verder werken aan Got it.

Slide 32 - Slide