H2.4 B1VG Dichtheid (Les 2)

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
  1. Uitleg: H2.4 Dichtheid                 -Oefenen                                         -Drijven/zinken/zweven                -Weerballon                                    -Practicum 
  2. Zelfstandig:                                    -Opdracht 7 t/m 15                                                      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling H2.3
Herhaling H2.4

Slide 3 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Leerdoelen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Dichtheid
Licht en zware stoffen
Zware stoffen
Lichte stoffen
Stoffen vergelijken: Als wel stoffen vergelijken mogen we maar één variabele aanpassen
→ We gebruiken het zelfde volume (1 cm³)


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
Dichtheid = massa per kubieke centimeter (g/cm³)
 → Stofeigenschap

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
  • Een aluminium blokje van 1,0 cm3 heeft een massa van 2,7 g. 
  • Een stalen blokje van 1,0 cm3 heeft een massa van 7,9 g. 

  • Staal is dus ongeveer drie keer zo ‘zwaar’ als aluminium

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2.4.2 Je kunt uitleggen waarom dichtheid een stofeigenschap is.

Dichtheid als stofeigenschap
  • Dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=
cm3g
= g/cm³
ρ=Vm

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Van welk materiaal zou dit blokje gemaakt kunnen zijn?
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Van welk materiaal zou dit blokje gemaakt kunnen zijn?
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 
 
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder.

3. Evelien heeft in haar tuin een romeinse munt gevonden. Ze wil graag weten waarvan deze munt is gemaakt. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Kan jij achterhalen van welk materiaal deze munt is gemaakt?

 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 









3,4 g/cm³

 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder









7,0 g/cm³


 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken
  • Drijven: dichtheid kleiner dan water
  • Zinken: dichtheid groter dan water
  • Drijven: dichtheid gelijk aan water

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
EXTRA weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
Weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?
  • Dichtheid Helium (ρ = 0,000 178 g/cm3). 
  • Een ballon stijgt op als de dichtheid ervan kleiner is dan die van lucht: (ρ = 0,001 293 g/cm3).

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

...
Tekst

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

...
Tekst

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 30 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 31 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 32 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Aan de slag!
  • Opdrachten: H2.4      7 t/m 12                                             

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions