Herhaling P1 t/m P4

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Wat is een 'koude oorlog'?
A
Een oorlog die in het 'koude' Rusland werd uitgevochten
B
Een oorlog die niet tot een gewapend conflict leidde
C
Een oorlog waarbij men alleen op lange afstand elkaar beschoten. (geen man tot man gevechten)
D
Een oorlog waarbij er niet gecommuniceerd werd

Slide 2 - Quiz

Wat is het kaptitalisme?
A
Systeem waarin ondernemers zo veel mogelijk winst proberen te maken.
B
Systeem waarin alle rijkdom zo goed mogelijk verdeeld wordt onder het volk.
C
Systeem waarin alle rijkdom bij een kleine elite ligt, die alle fabrieken in handen heeft.
D
Systeem waarin alle rijkdom bij één persoon ligt, die als dictator regeert

Slide 3 - Quiz

Wat is communisme (in theorie)?
A
Politieke stroming met als doel zoveel mogelijk winst te maken.
B
Politieke stroming waarin de burgers mogen stemmen op hun eigen leiders
C
Politieke stroming waarin één dictator alle macht heeft
D
politieke stroming die gelooft dat armoede kan worden opgelost door het privébezit af te schaffen.

Slide 4 - Quiz

Sleep de woorden naar de goede plek
Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Democratie
Dictatuur
Vrijheid van meningsuiting
Stasi

Slide 5 - Drag question

Fabriek in een kapitalistishe wereld
Fabriek in een Communistische wereld

Slide 6 - Slide

Kapitalisme




  1. Wereld waarin iedereen aan zichzelf denkt.
  2. Bedrijven, de grond, mijnen zijn privé bezit.
  3. Markteconomie: ondernemers mogen zelf bepalen wat ze maken en welke prijs ze ervoor vragen. De winst is voor de ondernemer
  4. Democratische met vrije verkiezingen.
Communisme




  1. Wereld waarin iedereen gelijk is.
  2. De staat is eigenaar van de grond, fabrieken, mijnen en banken
  3. Planeconomie: de regering bepaalt wat er gemaakt wordt en hoeveel het kost. De winst is voor de staat
  4. Dictatuur, geen verkiezingen.
Communisme: politieke stroming die gelooft dat armoede kan worden opgelost door het privébezit af te schaffen. Alle bezittingen worden gemeenschappelijk bezit.
Kapitalisme: economisch systeem waarin ondernemers zo veel mogelijk winst proberen te maken. De grond, de bedrijven en het kapitaal zijn in het bezit van de ondernemers.

Slide 7 - Slide

Bekijk deze afbeelding. Welke van deze staatshoofden zijn allemaal leiders van een communistisch land?
A
Churchill (Engeland)
B
Roosevelt (Amerika)
C
Stalin (Sovjet-Unie)

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste uitkomst van de conferentie van Jalta en Potsdam
A
De verdeling van Duitsland
B
De invoering van het Marshallplan
C
De oprichting van de NAVO
D
De aanval op Vietnam

Slide 9 - Quiz

Sleep de volgende landen naar de goede plek:

Sovjet-Unie
Engeland
Frankrijk
Amerika

Slide 10 - Drag question

Welk deel is welvarender: het westblok of het oostblok?
A
Westblok
B
Oostblok

Slide 11 - Quiz

De Sovjet-Unie probeerde Berlijn uit te hongeren. Toch wilde het westen Berlijn niet opgeven. Wat deden ze om dit te voorkomen?
A
Ze groeven een tunnel onder Duitsland
B
Ze ondersteunden West-Berlijn met geld
C
Ze gingen Berlijn bevoorraden met vliegtuigen
D
Ze begonnen een oorlog om Berlijn in te nemen

Slide 12 - Quiz

Waarom zou Stalin niet simpel weg de vliegtuigen uit de lucht schieten?
A
Dan zouden de vliegtuigen op communistisch grondgebied kunnen storten
B
Omdat Stalin ook gebruik maakte van de de spullen uit de luchtbrug
C
Omdat de wapens van de communisten hier niet goed genoeg voor waren
D
Dit zou er voor zorgen dat het een gewapend conflict zou worden

Slide 13 - Quiz

Dus wat werd de oplossing van de Sovjet-Unie tegen de 'luchtbrug'?
A
Hij liet een muur om Berlijn heen bouwen
B
Hij begon een oorlog tegen het Westen
C
Hij gaf op; de koude oorlog was voorbij
D
Hij liet een glazenkoepel om Berlijn heen bouwen

Slide 14 - Quiz

Blokkade van Berlijn
Na invoering munt in West-Berlijn, blokkeert de Sovjet-Unie alle wegen naar West-Berlijn
Luchtbrug
Als gevolg wordt er een luchtbrug opgericht om toch voorraden te kunnen sturen
Berlijnse muur
Als gevolg hiervan wil de Sovjet-Unie West-Berlijn permanent afsluiten door middel van een muur

Slide 15 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste beschrijving:
Politieke stroming die gelooft dat armoede kan worden opgelost door het privébezit af te schaffen. Alle bezittingen worden algemeen bezit.
Het recht om (militair) in te mogen grijpen als een land communistisch dreigde te worden.
Economie waarin vraag en aanbod bepalen wat er wordt geproduceerd en hoe hoe de prijzen van producten zijn.
Economisch systeem waarin ondernemers zoveel mogelijk winst proberen te maken. Bezittingen zijn in privé bezit.
Economische steun vanuit Amerika voor de wederopbouw van Europa
Kapitalisme
Marshall Hulp
Communisme
Truman doctrine
Markteconomie

Slide 16 - Drag question

(west) BRD

BondsRepubliek Duitsland

leider: Konrad Adenauer
(oost) DDR

Duitse Democratische Republiek
  • Kapitalistisch
  • Democratisch
  • Parlementaire democratie
  • Grondwet
  • NAVO
  • Marshallhulp
(Door de snelle wederopbouw sprake van Wirtshaftwunder wederopbouwwonder)
  • Communistisch
  • Dictatuur
  • Eén partij staat 
  • Propaganda, indoctrinatie en censuur
  • Terreur en geheime dienst
  • Warschaupact
  • (Wel gratis gezondheidszorg en onderwijs)

Slide 17 - Slide

BRD
DDR
Bundesrepublik Deutchland
Deutche Demokratische republik
Democratisch
Communistisch
Warschaupact
Eén partij staat
Dictatuur
Kapitalistisch
NAVO
Marshallhulp
Geheime dienst
Meerdere partijen

Slide 18 - Drag question

Leven in de BRD
Leven in de DDR
  •  Snelle wederopbouw zorgt voor veel welvaart

  • Kapitalisme zorgt dat alle bekende merken terug te vinden zijn in de BRD: Coca Cola, MacDonalds, etc. etc.

  • Mensen hebben rechten, vrijheden, toekomst
  •  Na WO2 is Oost Duitsland leeggeroofd, de DDR blijft een arm land.

  • Veel hoogopgeleide burgers vluchten naar de BRD > bouw Berlijnse muur

  • Het leven wordt gecontroleerd door de stasi (geheime dienst)


Slide 19 - Slide

Wat is de 'Trumanleer'?
A
Dat Amerika in elk land militair mag ingrijpen als zij communistisch dreigen te worden
B
Een financieel noodpakket bedoeld voor de wederopbouw van Europa
C
Het plan om Duitsland na wo2 weer democratisch te maken
D
Dat Amerika het gebruik van atoomwapens inzet bij communistische dreiging

Slide 20 - Quiz

Welke gebeurtenis zie je hier?
A
Cuba crisis
B
Vietnam oorlog
C
Oprichting NAVO en Warschaupact
D
Verdeling van Duitsland

Slide 21 - Quiz

In de (moderne) geschiedenis wordt dit als één van de spannendste momenten beschouwd. Waarom zou dit zijn?
A
Omdat de oorlog anders tot een gewapend conflict zou leiden
B
Omdat anders Cuba kernwapens zou afvuren
C
Omdat de Sovjet-Unie anders kernwapens zou afvuren
D
Omdat de Amerikanen dan kernwapens zouden afvuren

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de theorie die je hier op het plaatje ziet?
A
Trumanleer
B
Dominotheorie
C
Azië-theorie
D
Vietcongtheorie

Slide 23 - Quiz

Tegen welk probleem liep het Amerikaanse leger aan bij vechten tegen de Vietcong?
A
De Vietcong had betere wapens
B
De Vietcong vocht vanuit de bossen/oerwouden
C
De Vietcong waren met veel meer
D
De Vietcong had een betere luchtmacht

Slide 24 - Quiz

Wat hebben de conflicten in Duitsland, Vietnam en Korea gemeen?
A
In alle gevallen ging het om een gewapend conflict
B
Allemaal heeft uiteindelijk het kapitalisme gewonnen
C
Allemaal werden ze verdeeld in een communistisch en kapitalistisch deel
D
In alle gevallen werd er niet actief mee gevochten door Amerika

Slide 25 - Quiz

Welke hoort er in dit rijtje niet thuis?

Korea, Cuba, Vietnam
A
Korea
B
Cuba
C
Vietnam

Slide 26 - Quiz

Korea

  • Verdeeld in een communisme deel en een kapitalisme deel

  • Amerika vocht actief mee in deze oorlog (Sovjet-Unie niet). onder het mom van de Trumanleer.

  • Uitkomst: Korea blijft verdeeld onder een communistisch deel en een kapitalistisch deel.
Cuba

  • Het hele eiland wordt communistisch

  • Amerika wil ingrijpen, maar een inval mislukt.

  • Sovjet-Unie wil kernrakketen op Cuba neerzetten, Amerika blokkeert dit. 

  • Spanningen lopen hoog op, naarmate de schepen met de rakketten dichterbij komen.

  • uitkomst: Cuba blijft communistisch, kernrakketten worden weggehaald
Vietnam

  • Verdeeld in een communistisch en kapitalistisch deel

  • Amerika vecht actief mee in deze oorlog (Sovjet-Unie niet).

  • Uitkomst: Amerika trekt zich terug uit Vietnam, waarna het hele land communistisch wordt

Slide 27 - Slide

Wat hebben Cuba, Vietnam en Korea met elkaar te maken?
A
Allemaal werden ze binnen gevallen onder de noemer: 'Trumanleer'
B
Allemaal werden uiteindelijk helemaal communistisch
C
Allemaal werden uiteindelijk helemaal kapitalistisch
D
Allemaal zijn zij opgedeeld in een kapitalistisch en communistisch deel

Slide 28 - Quiz

Welke twee hervormingen voerde Gorbastjov in?
A
Glasnost en Marshallplan
B
Glasnost en Perestrojka
C
Marshallplan en Trumanleer
D
Perestrojka en Trumanleer

Slide 29 - Quiz

Hoe werd het beleid van de Glasnost en Perestrojka door de Russen ontvangen?
A
Goed, er werd eindelijk wat aan de economie gedaan
B
Slecht, dit zou het einde van de Sovjet-Unie betekenen

Slide 30 - Quiz