Workshop 2: Ontwikkeling van gedrag

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Hoofdstuk 4

Ontwikkeling van gedrag

Noem 1 gedraging van een hond die aangeboren is

Noem 1 gedraging die bij een hond wordt aangeleerd

Ontwikkeling van gedrag

In de loop van het leven van honden worden er nieuw gedrag geleerd. Bij deze twee aspecten is er een onderscheid tussen:

1. Aangeboren gedrag
2. Aangeleerd gedrag

Ontwikkeling van een hond

Grofweg 5 fases:

1. Neonatale fase
2. Overgangsfase
3. Socialisatie fase
4. Juvenielsfase
5. Volwassenheid

Neonatale fase

Duurt circa 14 dagen

Puppy wordt doof en blind geboren, dus afhankelijk van moeder

Bepaalde reflexen aanwezig:

• Rootingreflex: zoeken naar de tepels en drinken
• Ontlasten: Urineren en ontlasten
• Hinkelen: Lopen met behulp van ondersteuning
• Buigreflex: Zodra ze in het nekvel worden opgetild
• Strekreflex: Buigreflex gaat na circa 5 dagen over in Strekreflex

Overgangsfase

• Onwikkeling gaat erg snel in deze fase
• Er komt enige mate van zelfstandigheid
• Duurt circa 1 wweek
• Belangrijke ontwikkelingen van de zintuigen

Socialisatiefase

• De belangrijskte periode 
• Bewustwording van de omgeving en hier op reageren
• Beginnen met spelen, erg belangrijk voor:

1. Bijtinhibitie (controleren van het bijten)
2. Bepalen Hierarchie

Juveniel fase

• Begint rond de 10e week
• Verbetering van de motoriek
• Begrip in welke situatie welke gedrag moet worden vertoond
• 3e-6e maand is de tweede socialisatiefase
• Ontwikkelen secundaire geslachtskenmerken
• Eind van deze fase wordt ook wel pubertijd genoemd.

Volwassenheid

• De hond is seksueel volwassen
• Het leren gaat nog wel altijd door

1e fase

2e fase

3e fase

4e fase

5e fase

Juvenielfase

Volwassenheid

Overgangsfase

Neonatale fase

Socialisatiefase

Einde

Vragen? Stuur dan je docent een mailtje