§7.4 - Relaties

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen


  • Uitleg
  • Aan de slag
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen


  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

Weektaak
- Lezen §7.4 (voorafgaand aan de les)
- Mindmap maken (tip/advies), mag je laten controleren
- Maken opdrachten §7.4 (thuis/KWT)
Ivm de uitgevallen lessen is §7.5 naar volgende week verschoven.

Slide 2 - Slide

Terugblik
Veel oefenvragen over de voorgaande paragrafen. 

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een biotische en een abiotische factor?

Slide 4 - Open question

Wat is geen voorbeeld van een abiotische factor?
A
Regen
B
Ziekteverwekkers
C
Temperatuur
D
Grondsoort

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Link

Geef de definitie van een tolerantiegebied.

Slide 7 - Open question

In een ecosysteem leven 2 soorten, bij soort 1 is het tolerantiegebied groter bij een bepaalde abiotische factor als die van soort 2, wat betekent dit?

Slide 8 - Open question

Organismen zoals een wolf worden in de biologie benoemd bij een wetenschappelijke naam, geef aan waarom dit gebeurd, uit welke twee delen zo'n naam bestaat en waarom het in die volgorde wordt gezet.

Slide 9 - Open question

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot.
Geslacht
Soort
Organisme
Orde
Familie

Slide 10 - Drag question

Vanuit mijn jagershut heb ik binnen één vierkante kilometer 12 herten, 44 reigers en 4 wilde zwijnen gespot. De populatie grootte is dus 60
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Stel; De draagkracht van de Veluwe bedraagt 25 paarden, alleen de populatiegrootte is over 25 paarden gestegen.
Geef aan wat mogelijke gevolgen kunnen zijn van dit voorval.

Slide 12 - Open question

De plant alsemambrosia is nieuw ontdekt in Nederland, na onderzoek is gebleken dat de plant vanuit Amerika over is gekomen. Door snelle ...... en weinig ..... neemt de populatie snel toe, in dit geval te snel, de plant is een ......
A
Celdeling, fotosynthese, plaag
B
Levenscyclus, sterfte, monocultuur
C
Ongeslachtelijke voortplanting, sterfte, plaag
D
Voortplanting, crepering, plaag

Slide 13 - Quiz

Door het klimaat is het voor een aantal organismen en planten zoals de kikker, libelle en lelie niet meer mogelijk om hun gebied te leven en komen ze daar dus niet meer voor.
Hierdoor ontstaat een afname van de ...... binnen dat gebied. Geef antwoord met behulp van de tekst hierboven.

Slide 14 - Open question

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake? Leg uit.

Slide 15 - Open question

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake? Leg uit.

Slide 16 - Open question

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake?
Leg uit.

Slide 17 - Open question

Waarover wil je nog graag uitleg tot nu toe?

Slide 18 - Open question

Leerdoelen 7.4 Relaties
Leerdoelen:
- Je leert welke relaties er zijn tussen organismen in hun leefomgeving.
Mimicry, camouflage, habitat, niche, schuil- en nestplaatsen, voedselconcurrenten, voedselrelatie, predator-prooirelatie, prooidierpopulatie, predatorpopulatie, dynamisch evenwicht, verstoring​
- Je leert wat de samenhang is tussen verschillende leefomgevingen.
Organisatieniveaus: systeem Aarde (biosfeer), ecosysteem, levensgemeenschap, populatie en migratie 

Slide 19 - Slide

(Voedsel)relaties
1. Competitie (concurrentie)

2. Predatie-prooirelatie

3. Symbiose (mutualisme, commensalisme, parasitisme, epifytisme)

Slide 20 - Slide

      Competitie (concurrentie)
Habitat = leefomgeving met specifieke biotische factoren en abiotische factoren.
Niche/nis = de rol die een soort/populatie in een ecosysteem inneemt.

Competitie --> bij een (gedeeltelijke) overlap van een niche!

Slide 21 - Slide

Predator-prooirelatie
1. Predatorpopulatie geeft kleinere aantallen weer.

2. Prooipopulatie piek ligt altijd iets voor de predatorpopulatie piek

Beide populaties --> schommelen rondom dynamisch evenwicht --> Binas 93D2 | Bron 13

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Opdracht
Lees de volgende tekst door, noteer tussen welke soorten voedselconcurrentie (-competitie) voorkomt.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide


Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Hoewel iedere korstmos een eigen wetenschappelijke naam heeft, is het eigenlijk geen soort. Een korstmos is een symbiose tussen een als en een schimmel. De alg vormt glucose en geeft dat als voedsel aan de schimmel. De schimmel geeft in ruil daarvoor nutriënten aan de alg.

a) Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
b) Verklaar dat korstmossen vooral op de zuidwesten van boomstammen te vinden zijn.

Slide 28 - Open question

Licht toe dat de predatorpopulatie bij een dynamisch evenwicht veel kleiner is dan de prooipopulatie.

Slide 29 - Open question

Bestudeer bron 13 (blz. 252). Verklaar de toe- en afnames van de mijt en de roofmijt.

Slide 30 - Open question

1. Noem iets wat je hebt geleerd na deze les
2. Noem iets wat je nog niet helemaal snapt aan deze les

Slide 31 - Mind map