‘Uitsluiting vindt plaats wanneer de toegang tot deelname aan de samenleving wordt geweigerd aan de persoon.’
In eenvoudige taal: Je mag niet meedoen, omdat je een handicap hebt.
Voorbeelden:
Leerkracht weigert leerling: ‘in onze school geven we geen les aan kinderen met een verstandelijke beperking’.
‘Ik mag niet meer tappen bij een vzw. Ze vinden mij onbeleefd, ik vind dat ik direct ben.’