2.4 Neerslag deel 2

2.4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4

Slide 1 - Slide

Wat is neerslag?

Slide 2 - Mind map

Neerslag
Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

  1. Stijgingsneerslag.
  2. Stuwingsneerslag.
  3. Frontale neerslag.

Slide 3 - Slide

vloeistof verandert naar gas = verdamping.
Het gas heet waterdamp
Condensatie: gas verandert in waterdamp

Slide 4 - Slide

Wolken
  • Doordat  warme lucht lichter is dan koude lucht, stijgt warme lucht met waterdamp op. 
  • De stijgende lucht komt in steeds
    koudere lucht terecht.

Slide 5 - Slide

  • Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

  • Op een bepaalde hoogte is het zo koud dat de waterdamp weer waterdruppels vormt. Dit is condensatie.

Slide 6 - Slide

  • Wanneer de waterdruppels blijven zweven, ontstaat er een wolk.


  • Worden de druppels in de wolk groot en zwaar genoeg, dan vallen ze naar beneden als regen, hagel of sneeuw. Dit noemen we neerslag.

Slide 7 - Slide

Wat stijgt sneller warme of koude lucht
A
warme
B
koude

Slide 8 - Quiz

De 3 soorten neerslag...
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag
Stijgingsneerslag

Slide 9 - Slide

Stijgingsneerslag
Rond de evenaar komt vooral stijgingsneerslag                                     voor.
  • Warme lucht stijgt op.
  • De lucht wordt kouder.
  • Waterdamp vormt druppels.
  • De druppels worden te zwaar                                                                   en vallen naar beneden.

Slide 10 - Slide

Waar vinden we stijgingsregen het vaakst en waarom?

Slide 11 - Open question

Stuwingsneerslag
Stuwingsneerslag komt voor in berggebieden.

  • Bij de loefzijde gaat de neerslag omhoog.
  • Bij de lijzijde is er geen neerslag
       meer. Deze is bij de loefzijde al

       gevallen.

Slide 12 - Slide

Waarom valt regen pas boven aan de berg

Slide 13 - Open question

Wat zie je hier?

Slide 14 - Slide

Wat was er te zien op de twee kaarten van de vorige slide?

Slide 15 - Open question

Waar was de loefzijde
A
in het noorden
B
in het oosten
C
in het zuiden
D
in het westen

Slide 16 - Quiz

Wat heb je aan die info?

Slide 17 - Open question

Frontale neerslag
Warme en koude lucht botsen tegen elkaar aan. 

  • De koude lucht is zwaarder.
  • De warme lucht stijgt en verdampt > regen.

Slide 18 - Slide

timer
5:00
Aan de slag
paragraaf 2.4
Alle opdrachten
Eerste 5 min in stilte

Slide 19 - Slide

Aan de slag
paragraaf 2.4
Alle opdrachten
Fluistertoon
Fluister alleen met degene naast je
Blijf op je plek

Slide 20 - Slide

leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe neerslag ontstaat.
Ik kan drie vormen van neerslag beschrijven; stijgingsneerslag, stuwingsneerslag en frontale neerslag.
Ik kan uitleggen waarom er droge en natte zones op aarde zijn

Slide 21 - Slide