Dinsdag 31 augustus

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

        Programma voor vandaag:

• Wat is Lesson Up?
  
• Wie ben ik?
• Wie zijn jullie?
• Klassenregels
• Boek doornemen
• Plattegrond
• Spel!
  
• Huiswerk (oooh neeee......)

Hoe doe je mee met deze les?

• Go to the website: lessonup.com (laptop)
• Enter the pincode 
• Fill in your name
• Ready - steady - GO!

Wat is Lesson Up? 

Heb je al eerder met LessonUp gewerkt?
(Ja/Nee)

Wie is mevrouw Terpstra?

Dat zal ik je vertellen...

• Mevrouw Terpstra
• English & Nederlandse lerares (& ook Fries)
• Getrouwd
• Moeder
• Stiens

Is er nog iets wat je me wilt vragen?
Vraag maar raak!

En ik wil jullie ook graag leren kennen!

Aan het einde van de les ga je een  kleine schrijfopdracht maken.

• Schrijf 8-10 zinnen waarin je over jezelf verteld. 
• Hiernaast staan enkele voorbeeldzinnen die je mag gebruiken. 

• Mijn naam is….
• Ik ben ... jaar oud.
• Ik woon in...met....
• I hou van...
• Mijn hobbies zijn... 
• Mijn droomvakantie is...
• In de toekomst, wil ik....worden.
• Het vak wat ik het leukst vind is..
• Het vak wat ik het stomst vind is...
• Een grappig feitje over mij

Tell me more!

Tell me more!

Wat zijn onze regels in deze klas?

Vind je regels belangrijk? Vertel waarom of waarom niet.

        Afspraken tijdens de les

• Je komt voorbereid in de les; boek mee, opgeladen laptop etc.
• Niet eten en drinken
• Geen telefoon  
• Hand opsteken
• Naar elkaar luisteren
• Wanneer je iets niet begrijpt; VRAAG!
• Respect voor elkaar

Spullen: wat heb je élke les bij je? 

• Nederlands boek (Nieuw Nederlands) 
• Schrift voor Nederlands (dus niet van een ander vak) 
• Leesboek
• Opgeladen Chromebook (Als ze binnen zijn)

Het stoplicht:

Rood = Iedereen werkt in stilte

Oranje = Fluisteren met je buurman/buurvrouw mag

Groen= Samenwerken mag

Boek doornemen:

Ik wil samen even GOED naar het lesboek kijken.

Hiermee kun je dingen sneller vinden & makkelijker leren.

Luister & kijk mee.

Steek je hand op als je een vraag hebt. 

Tips voor het gebruik van je boek

• Neem altijd je papieren boek mee
• Gebruik de inhoudsopgave voorin je boek
• Bekijk de instructiefilmpjes als je de theorie nog een keer uitgelegd wilt krijgen
• We maken niet alle opdrachten en gaan kriskras door het boek 

Hoe heet deze schrijfster?

1. Thea Beckman
2. Annie M.G. Schmidt
3. Carry Slee
4. Mel Wallis de Vries

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?

1. Aruba
2. België
3. Suriname
4. Luxemburg

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?

1. Bram Bootmans
2. Bram Botermans
3. Bram Boot
4. Bram Boterham

Hoeveel letters heeft het alfabet?

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...

1. Lidwoorden
2. Werkwoorden
3. Voorzetsels
4. Zelfstandige naamwoorden

Hoe heet deze schrijver?

1. Jan Terlouw
2. Paul van Loon
3. Jacques Vriens
4. Arend van Dam

Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.

1. Hoe
2. Hoogste versnelling
3. Beauty & de brains
4. Sexy als ik dans

Wat is -fiets- voor een woord?

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Werkwoord
4. Voorzetsel

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?

1. Ik fietste gisteren naar huis.
2. Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
3. Ik wil later een rode auto.
4. Ik zit in de brugklas!

Wat vind je het moeilijkste van Nederlands?

Heb je nog vragen aan mij of over het vak Nederlands?

         Opdracht:

Een schrijfopdracht over jezelf!

Je gaat een  kleine schrijfopdracht maken.

• Schrijf 8-10 zinnen waarin je over jezelf verteld. 
• Hiernaast staan enkele voorbeeldzinnen die je mag gebruiken. 

• Mijn naam is….
• Ik ben ... jaar oud.
• Ik woon in...met....
• I hou van...
• Mijn hobbies zijn... 
• Mijn droomvakantie is...
• In de toekomst, wil ik....worden.
• Het vak wat ik het leukst vind is..
• Het vak wat ik het stomst vind is...
• Een grappig feitje over mij

Tweede les:

Lesinhoudelijke informatie

 Wat gaan we doen de komende periode?

1. hoofdletters en punten correct toepassen;

2. persoonsvorm en onderwerp herkennen in een zin;

3. tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelw. spellen;

4. de eerste tien minuten van de les: lezen (boek of verhaal).

Werkwoorden

Werkwoorden!

- wat zijn het eigenlijk?

- welke vormen ken je?

Werkwoorden

Ik                                                         Wij

Jij                                                        Jullie

Hij                                                       Zij

Werkwoorden t.t.

Ik  fiets                                 Wij fietsen

Jij fietst                               Jullie fietsen

Hij fietst                               Zij fietsen

Ik verbrand                               Wij verbranden

Jij verbrandt                           Jullie verbranden

Hij verbrandt                           Zij verbranden

Wie ben jij?

> je naam

> je leeftijd

> je lievelingsboek OF game OF film OF serie

Wie ben jij?
noem je naam, leeftijd,
favoriet tv programma/boek of game