WW DICTEE THEMA 2 nummer 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

KNEUZEN

VT

De badmeester ....... zijn pols.

REIZEN

VT

Wij ....... naar Frankrijk.

SCHATTEN

VT

Ik ....... de tijd.
Wij ....

DROMEN

VT

Jan ....... gisteren heel eng.

SCHILDEREN

VT

De vrienden ....... het huis.

LEIDEN

VT

Het meisje .... het paard nar de wei.

WOEDEN

VT

De storm ..... over het land.

BEANTWOORDEN

VT

De kinderen ....... de vragen.

PLONZEN

VT

Hij ...... in het water.

verwonden

VT

Door een scherp mes ...... ik mij.

STAPPENPLAN

1. schrijf eerst het voltooid deelwoord op.

2. Eindigt het voltooid deelwoord op -en?

 Ja? Schrijf hetzelfde.

 Nee? Schrijf e achter het voltooid deelwoord.

3. Pas het aan als je het korter kan schrijven of als je het niet goed uitspreekt.

WERKWOORD: VERDWALEN

Het .......... meisje.

WERKWOORD: GEBRUIKEN

Het .......... kind.

WERKWOORD: INPAKKEN

Het .......... cadeau.

WERKWOORD: KOPEN

Het .......... horloge.

WERKWOORD: BEHALEN

Het .......... diploma

WERKWOORD: RENNEN

De ..... afstand.

BESMETTEN

De ..... leerling.

WERKWOORD: SCHUDDEN

De ....... kaarten

VERGETEN

De ........ tas.

SPELLING

 Thema 2, week 3
Dictee 11