Examentraining: vraagtypen

Examentraining:
vraagtypen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Examentraining:
vraagtypen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar liep je tegenaan in de nul-meting?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
  1. R Je weet wat voor vragen je kunt krijgen op je examen Nederlands
  2. T2 Je weet welke vragen je extra moet oefenen
  3. T2 Je leert hoe je vragen kunt aanpakken
  4. I Je leert slim examen te doen!


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Slide

Hoe ziet het examen Nederlands eruit?

Slide 5 - Open question

CE Nederlands:
- Vier teksten met vragen (open en meerkeuze)
- Drie lange teksten (1,5 - 2 A4'tjes), één kortere tekst (advertentie)
- Een schrijfopdracht (artikel/zakelijke brief/zakelijke e-mail)
- De conventies moet je uit je hoofd kennen!
- Enige toegestane hulpmiddel: Nederlands woordenboek

Slide 6 - Slide

Kun je leren voor het examen Nederlands? Zo ja, wat?

Slide 7 - Open question

Voorbereiding examen:
- Oude examens oefenen (eindexamensite.nl/www.examenblad.nl)
- Theorie begrijpend lezen doornemen
- Conventies schrijfopdrachten herhalen

Slide 8 - Slide

Vraagtypen

Slide 9 - Slide

Pak je nul-meting erbij. Met welke vragen heb jij moeite gehad?

Slide 10 - Open question

Deze les
We hebben gisteren gekeken naar vragen rond de opmaak en affbeeldingen, vandaag vragen over tekstdoel en publiek en over de citeervraag

Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question


Slide 13 - Open question

Aan wie is deze advertentie gericht?

Slide 14 - Open question

Hoe citeer je een zin(sgedeelte) op het examen?

Slide 15 - Open question

Wat is informeren?
A
je leest een mening en geen feiten.
B
je leest feiten en geen mening.
C
je word vermaakt.
D
je word geactiveerd.

Slide 16 - Quiz

Informeren
A
Uitleg geven
B
Overhalen
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 17 - Quiz


Informeren
A
nieuwsbericht
B
leerboek
C
advertentie
D
recensie

Slide 18 - Quiz

Tekstdoelen

Slide 19 - Slide

Citeren:
"Eerste twee ... laatste twee." (r. 10-11)

Let goed op of je een zin of een zinsgedeelte moet citeren!

Slide 20 - Slide

Hoeveel moet je bij deze vraag citeren?: Waarom onthouden studenten de leerstof beter als zij met de hand schrijven? In alinea 5 staan twee zinnen die antwoord geven op deze vraag. Citeer een van deze zinnen.
A
twee zinnen
B
één zin
C
een zinsgedeelte
D
een woord

Slide 21 - Quiz

Hoe pak je deze examenvraag aan?: In alinea 4 staan drie oorzaken voor het ‘hitte-eilandeffect’. (regel 45) Noteer deze drie oorzaken in de uitwerkbijlage. Gebruik per oorzaak maximaal 6 woorden.

Slide 22 - Open question


vraag 14

Slide 23 - Open question

Waar wil je de volgende examentraining het liefst aan werken?
Tekst met vragen oefenen.
Zakelijke brief oefenen.
Zakelijke e-mail oefenen.
Artikel oefenen.
Dat maakt me niet uit.

Slide 24 - Poll


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open question