informacion personal

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoy vamos a 

1. controlar el vocabulario

2. repasar los verbos SER, TENER y LLAMARSE  

3. repasar LOS ARTÍCULOS (lidwoorden)

4. hablar en español

alemán   americano   Países Bajos   Inglaterra   italiano   

ik ben half... half   Marokaans   Nederlands/-e   Belgisch

Vul aan...

Uitspraak

TB blz. 15 oef 8+9 

00:28

Wat betekent: ¿Y tú?

00:40

Hoe zeg je 20 in het Spaans?
(schrijf het getal voluit)

00:54

Waar woont Pablo?

01:05

Pablo is Spaans (español), María is ook Spaanse. Wat is haar nationaliteit in het Spaans?

01:21

Wat is het beroep van María?
(antwoord in het Nederlands)

01:46

Wat zou encantado/encantada
kunnen betekenen?

1. doei
2. aan de kant
3. aangenaam
4. tot morgen

01:46

Wat zou ¿a qué te dedicas?
kunnen betekenen?

1. aangenaam kennis te maken
2. Ik woon
3. wat doe je voor werk?
4. werken

01:46

Wat zou ¿A qué te dedicas
kunnen betekenen?

1. aangenaam kennis te maken
2. Ik woon
3. wat doe je voor werk?
4. werken

01:46

Wat zou ¿de dónde eres?
kunnen betekenen?

1. ik ben?
2. waar?
3. waar kom je vandaan?
4. wie ben je?

Stel deze vragen aan elkaar en geef antwoord met je eigen gegevens!

Vragen???