1. Read vocabulary A (chapter 4) + useful sentences 1-5
2. Do in LB: Listening E 'Friends and money'
3. explain grammar ' comparatives and superlatives'
4. Do in LB: Grammar A page 1-4
(5. Do sheet reading)
6. Study vocabulary + useful sentences
This lesson contains 10 slides, with text slides.
1. Read vocabulary A (chapter 4) + useful sentences 1-5
2. Do in LB: Listening E 'Friends and money'
3. explain grammar ' comparatives and superlatives'
4. Do in LB: Grammar A page 1-4
(5. Do sheet reading)
6. Study vocabulary + useful sentences
Bijvoegelijk naamwoord vergrotende trap overtreffende trap
+er +st
The house is big This house is bigger That house is the biggest
+er +est
Bij woorden van een lettergreep krijgen de vergrotende en de overtreffende trap –er en –est.+ more +most
Bij bijvoeglijke naamwoorden van drie of meer lettergrepen komt er more of most voor het bijvoeglijk naamwoord. Dit geldt ook voor een aantal bijvoeglijke naamwoorden van 2 lettergrepen, bijvoorbeeld famous en boring.
Maar: Eindigt een bijvoeglijk naamwoord van twee lettergrepen op een –y dan
gebruik je –er en –est om de vergrotende en overtreffende trap te maken.
Spelling: Bij woorden van een lettergreep verdubbelt de medeklinker bij de vergrotende en overtreffende trap na de a, i, o, u. (big - bigger - biggest)
eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e, dan voeg je alleen -r of -st toe
nice. - nicer. - nicest