Volgende week ga je toetsen maken van het Cito volgsysteem VO. De toets bestaat uit zes taken van elk maximaal 50 minuten.
De citoβs worden als volgt afgenomen:
β’ Nederlands leesvaardigheid (maandag 14/10)
β’ Nederlands woordenschat (maandag 14/10)
β’ Engels leesvaardigheid (dinsdag 15/10)
β’ Engels woordenschat (dinsdag 15/10)
β’ Rekenen-wiskunde deel 1 (woensdag 16/10)
β’ Rekenen-wiskunde deel 2 (woensdag 16/10)
De moeilijke opgaven staan in de toets om na te gaan of je de lesstof misschien ook op een hoger niveau
aankunt. Je kunt niet leren voor de toetsen. Daarom is het ook niet erg als je het antwoord op een vraag niet
zeker weet. Onze tip is om altijd een antwoord te geven, want een vraag zonder antwoord rekenen we altijd
fout.
De toets geeft aan hoe goed je de opgaven hebt gemaakt in vergelijking met leerlingen in de rest van het land.
Als je de toets hebt afgerond, krijg je van school een rapportage. Daarop kun je zien of je in bepaalde vakken
beter bent dan in andere. Je kunt ook nagaan of je scores overeenkomen met het schooltype waarop je bent
geplaatst. Wat er precies met de resultaten gebeurt, is afhankelijk van de school waarop je zit. Maar je kunt de
resultaten in ieder geval gebruiken om zelf te zien hoe je ervoor staat en om na te denken of je bepaalde
dingen wil veranderen. Daarover gaan de volgende opdrachten.