Dit zijn het staatshoofd, de minister-president en de ministers.
Ministers maken nieuwe wetten. Zij worden geholpen door staatssecretarissen (onderministers) en zijn werken op een ministerie. Hier werken ook ambtenaren. Zij helpen ook mee met het maken van wetten.
Je hebt bijvoorbeeld het ministerie van landbouw, onderwijs, milieu en financiën. (Blz 55).