H5.1 vuistregels en woordformules

H5 Footprint
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5 Footprint

Slide 1 - Slide

Licentie verlengen

Slide 2 - Slide

Footprint...... waar denk jij aan?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Link

Stookkosten
 Bereken met de formule de stookkosten per maand
19 -20-21-24 graden

 Wat vind je van die verschillen. Is je dat waard? Bij welke kosten zou je de verwarming lager zetten?

gasprijs van € 0,86 per m³ 


Slide 5 - Slide

H5.1 vuistregels en woordformules
  • Je kunt rekenen met woordformules met symbolen: eenvoudige bewerkingen
  • Je kunt rekenen met woordformules met symbolen: ook breuken, wortels, machten en haakjes
  • Je kunt rekenen met formules met afkortingen

Slide 6 - Slide

Woordformules
Met een woordformule leg je in woorden uit hoe je iets kunt uitrekenen.

Bijvoorbeeld
 Prijs = € .. x (aantal personen) + € 128,-

Slide 7 - Slide

Een schilder berekent € 30,00 per opdracht en daarnaast nog € 10,00 per uur. Wat is hiervan de woordformule?

Slide 8 - Open question

Hoeveel kost het om de auto 6 dagen te huren.
€ 40 + 50 x aantal dagen
A
€ 300,-
B
€ 340,-
C
€ 540,-
D
€ € 70

Slide 9 - Quiz

Rekenregels
Let bij het oplossen van formules altijd op volgorde van bewerkingen (zoals ×, :, + en –).
De volgorde is:
Eerst: het stuk van de som dat tussen haakjes staat;
Dan: machten en wortels. Je 'leest' de formule van links naar rechts en bepaalt daarmee de volgorde;
Dan: vermenigvuldigen en delen. Je 'leest' de formule van links naar rechts en bepaalt daarmee de volgorde;
Als laatste: optellen en aftrekken. Ook hier lees je de formule van links naar rechts en bepaalt daarmee wat je als eerste doet.


Slide 10 - Slide

Als je per uur 10 euro verdient. Welke formule klopt?
A
gewerkte tijd in uren= 10 x verdiende bedrag
B
verdiende bedrag = 10 x gewerkte tijd in uren
C
10 = gewerkte tijd x verdiende bedrag
D
verdiende bedrag = 10 x aantal dagen

Slide 11 - Quiz

=
+
x
Als je een muur wilt laten verven betaal je 100 euro voor de verf, en 12,5 euro per uur voor arbeidskosten.  
totale kosten
12,5
aantal uren gewerkt
100

Slide 12 - Drag question

Aantal ml in infuus = 2 × gewicht in kg × aantal dagen aanwezig.
Piet blijft 3dagen in het ziekenhuis en weegt 50kg. hoeveel ml moet er in het infuus? (zet geen ml achter het antwoord)

Slide 13 - Open question

verdiende bedrag = 10 x gewerkte tijd
Klaas heeft op de eerste dag 5 uur gewerkt, op de tweede dag 4 uur. hoeveel verdient hij totaal?
A
9
B
50
C
40
D
90

Slide 14 - Quiz

Hoe belangrijk vind jij het kunnen rekenen met woordformules
0100

Slide 15 - Poll

Zelfstandig werken
maken les 5.1 + test jezelf

Module - N4 | Thema's

Slide 16 - Slide