Startrekenen 1F Domein 3 H 12 Herhaling

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
Startrekenen 1F
H13 Lengte en oppervlakte
Herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
Startrekenen 1F
H13 Lengte en oppervlakte
Herhaling

Slide 1 - Slide


Lesdoel
Aan het eind van de les heb je geleerd:
- wat de eenheden van oppervlakte zijn;
- wat het verschil is tussen omtrek en oppervlakte; 
- hoe je de oppervlakte van een rechthoek 
en een vierkant kan uitrekenen.


Slide 2 - Slide

Hoe reken je ook alweer de oppervlakte uit?
A
lengte x breedte
B
lengte+ breedte x 2
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
Er een rondje om lopen

Slide 3 - Quiz

Welk getal zetten we boven de m als we oppervlakte berekenen?
A
1
B
geen
C
2
D
3

Slide 4 - Quiz

Hoe rekenen je de omtrek uit?
A
lengte + breedte
B
lengte x breedte
C
alle zijdes bij elkaar optellen
D
alle zijdes met elkaar vermenigvuldigen

Slide 5 - Quiz


Wat is de oppervlakte van dit figuur?

A
10 cm²
B
12 cm²
C
15 m²
D
18 m²

Slide 6 - Quiz

Reken uit:
10 km = ..... m
A
10000
B
3000
C
30
D
100

Slide 7 - Quiz

Reken uit:
19 cm = ..... m
A
0,19
B
190
C
8
D
1,9

Slide 8 - Quiz

Lengte 
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is
Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:
  • De lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  • De afstand tussen Oosterhout en Breda is 5 km.

Slide 9 - Slide

Wat moet er op de stippellijn staan:

De ... van Amsterdam naar Groningen is 180 km.
A
lengte
B
afstand

Slide 10 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn staan:

De ... van de tafel is 1 meter.
A
lengte
B
afstand

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 13 - Quiz

Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 14 - Quiz

De oppervlakte van een klaslokaal reken je uit in...
A
vierkante kilometer
B
vierkante hectometer
C
vierkante meter
D
vierkante decimeter

Slide 15 - Quiz

Een weiland heeft lengte van 200 m en een breedte van 100 m. Wat is de berekening voor de oppervlakte?
A
100 x 200 =
B
100 + 200 x 2 =
C
100 + 200 =
D
100 x 200 : 2 = 10.000 m2

Slide 16 - Quiz

Het grasveld is 35m breed en 20m lang. Wat is het oppervlakte?
A
600m2
B
650m2
C
700m2
D
750m2

Slide 17 - Quiz

De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter

Slide 18 - Quiz

De lengte van een kano is 2 m hoeveel dm is dat?

A
20
B
20 dm
C
0,2
D
0,2 dm

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

De lengte van een armband is 9 cm. Hoeveel mm is dat?

Slide 21 - Open question

Oefenen
- Lengte - Afstand
- Oppervlakte
- Omtrek
- Maateenheden omrekenen

Slide 22 - Slide

Wat hebben we gedaan?
- Lengte - Afstand
- Oppervlakte
- Omtrek
- Maateenheden omrekenen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide