4.3 Het Parlement 2425

Maatschappijleer 
4.3 Het parlement
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Maatschappijleer 
4.3 Het parlement

Slide 1 - Slide

Planning

Journaal kijken 
Herhalen 4.2 Wat valt er te kiezen? 
Uitleg 4.3
Zelfstandig werken 
Klascode voor LessonUp =   hdkac
De klascode voor Thema's Online = 691144

Slide 2 - Slide

WAT VALT ER TE KIEZEN? 
Er zijn drie grote politieke stromingen in Nederland
-                                             , hier staat de waarde vrijheid centraal
-                                          , met als belangrijkste waarden solidariteit en 
-                                              , die het christelijk geloof en naastenliefde als uitgangspunt hebben

Een ander manier om politiek partijen in te delen is door te kijken naar de rol van de                                   in de maatschappij.                                  partijen zijn voor een actieve overheid. Rechtse partijen zijn voor                                 overheid  en                                                                     vinden dat de overheid alleen moet helpen als het mensen niet zelf lukt. 
Middenpartijen
Linkse
overheid
Liberalisme
passieve 
Christendemocratie
Sociaaldemocratie
gelijkwaardigheid

Slide 3 - Drag question

Links, Rechts, Midden?
Meer vrijheid voor ondernemers is goed voor de economie
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 4 - Quiz

Links, Rechts, Midden?
Goedkoop openbaar vervoer lost fileprobleem op.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 5 - Quiz

Links, midden of rechts?
De overheid moet voor mensen zorgen.
A
Linkse politieke partijen
B
Middenpartijen
C
Rechtse politieke partijen

Slide 6 - Quiz

Links, Rechts, Midden?
Directeuren mogen een miljoenensalaris verdienen.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 7 - Quiz

Sleep de componenten naar de juiste stroming
Links
Midden
Rechts
De overheid zorgt voor de zwakkeren
Mensen zorgen voor elkaar
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid
Liberalisme
Christendemocratie
Sociaaldemocratie

Slide 8 - Drag question

Leerdoelen 4.3 Het Parlement
 
  • Je kunt uitleggen wat het parlement is 
  • Je kunt het verschil tussen de Eerste Kamer en de Tweede Kamer beschrijven
  • Je kunt uitleggen welke hoofdtaken het parlement heeft en welke rechten het parlement hiervoor heeft.
  •  Je kunt de begrippen zetel en motie uitleggen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De Eerste en Tweede Kamer 
(ofwel de Staten-Generaal)
 
Wat er moet gebeuren in Nederland wordt bepaald door het parlement: 
De Eerste en Tweede Kamer.
  • De Tweede Kamer heeft 150 leden( zetels) die rechtstreeks of direct gekozen zijn. De Nederlandse bevolking stemt. 
  • In de Eerste Kamer zitten 75 leden (zetels) die indirect gekozen zijn.  


Kijkvraag: Wie kiezen de Eerste Kamer? 
Zetel = stoel = plaats in de Kamer

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat doet het Parlement? 
Het parlement heeft twee hoofdtaken:

• de wetgevende taak
• de controlerende taak

Caroline v/d Plas    BBB

Slide 13 - Slide

Wetgevende taak
Het parlement stelt de wetten vast, dat is de wetgevende taak.
Hiervoor heeft het parlement stemrecht:  het recht om wetsvoorstellen goed te keuren of af te keuren > Dit stemrecht heeft zowel de Eerste als de Tweede Kamer

Voor een meerderheid heeft een voorstel: 
- in de Tweede Kamer minimaal 76 stemmen nodig
- in de Eerste Kamer minimaal 38 stemmen nodig 




Wat doet het parlement?

Slide 14 - Slide

Wetgevende taak 
Tweede Kamerleden hebben nog twee rechten die passen bij de wetgevende taak:
  • Recht van amendement: Tweede Kamerleden kunnen veranderingen/wijzigingen aanbrengen in een wetsvoorstel
  • Recht van initiatief: Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen maken

De Eerste Kamer heeft deze twee rechten NIET! 


Wat doet het parlement?

Slide 15 - Slide

Wetgevende taak
Als de meerderheid van de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft goedgekeurd, gaat het voorstel naar de Eerste Kamer.

De Eerste Kamer kijkt vooral of er geen fouten in staan. En of de wet wel uitvoerbaar is en echt niet botst met andere wetten.  Het werk van de Eerste Kamer is dus een soort laatste check.


De Eerste Kamer wordt ook wel 'Chambre de reflection' ofwel de kamer van reflectie genoemd
Wat doet het parlement?

Slide 16 - Slide

Controlerende taak 
Ministers besturen het land. Om te voorkomen dat ze verkeerde keuzes maken of teveel macht naar zich toe trekken, wordt de regering  gecontroleerd door kamerleden.

Kamerlid Baudet stelt een vraag aan de minister over uitrustingen van de militairen.

Esther Ouwehand (PvDD) stelt vragen tijdens een debat

Slide 17 - Slide

 
De controlerende taak
  • Vragenrecht > ze mogen mondeling of per brief vragen stellen aan ministers
  • Een motie indienen >  Een motie is een uitspraak waarin de Kamer zijn mening over iets geeft of een minister vraagt iets te doen/aan te pakken. 
  • Bij een motie van wantrouwen vraagt een kamerlid een minister/ministers af te treden. 76 stemmen of meer? > aftreden! 
  • Het recht van interpellatie > Een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat.  
  • Het enquêterecht > Een groot onderzoek instellen als de Kamer denkt dat de regering fouten heeft gemaakt.  

Welk recht van de Tweede Kamer zien we in de video? 
Wat doet het parlement?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Rechten van het Parlement
(Eerste + Tweede Kamer)
Bij de Wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van Amendement
  • Recht van initiatief
Bij de Controlerende taak
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
Eerste- en Tweede Kamerleden kunnen wetsvoorstellen goedkeuren of afkeuren
De Tweede Kamer kan (delen van) wetsvoorstellen veranderen.
De leden van de Tweede Kamer mogen wetsvoorstellen maken.
Eerste en Tweede Kamerleden mogen vragen stellen over gebeurtenissen aan de regering als er iets mis is gegaan.
Een uitspraak waarin de Kamer haar mening geeft over iets. Bij een motie van wantrouwen vraagt een Kamerlid een minister af te treden nadat hij/zij bijvoorbeeld gelogen heeft.
De Kamerleden mogen een minister naar de kamer roepen om in debat te gaan over zijn beleid. 
Kamerleden mogen een onderzoek starten als ze het idee hebben dat de regering grote fouten heeft gemaakt.

Slide 20 - Slide

Wie heeft er meer macht? 
De Eerste of Tweede  Kamer? 

Tweede Kamer heeft meer rechten maar de Eerste Kamer heeft het eindoordeel

Slide 21 - Slide

Leerdoelen 
  • Kun je uitleggen wat het parlement is?
  • Kun je het verschil tussen de Eerste Kamer en de Tweede Kamer beschrijven
  • Kun je uitleggen welke hoofdtaken het parlement heeft en welke rechten het parlement hiervoor heeft.
  • Beheers je begrippen zetel en motie? 

Slide 22 - Slide

Tips bij het zelfstandig werken
Lees eerst paragraaf  4.3  in je lesboek 
De vragen uit het WB passen bij de onderdelen in je lesboek. Kijk goed waar je moet lezen. 
Lees de vraag goed. Moet je uitleggen? Eén of twee voorbeelden geven? 
Beantwoord vragen in hele zinnen. 

Klaar? Kijk je werk na en VERBETER wat niet goed is gegaan. 

Slide 23 - Slide

Zelfstandig werken 

Lezen: 4.3 Het parlement (blz 60 en 61)
Maken en nakijken: 1 t/m 14 (blz 86 t/m 89) 

Klaar?
Nakijken
Begrippen 4.1 t/m 4.3 leren > volgende les Bingo
Klascode voor LessonUp =   hdkac
De klascode voor Thema's Online = 691144
timer
15:00

Slide 24 - Slide