Thema 1.1 +1.2 organen en cellen

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 1 Organismen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 1 Organismen

Slide 1 - Slide

LEERDOELEN
1 Je kunt de levenskenmerken benoemen en je weet wat een organisme is.

Slide 2 - Slide

Wat is een organisme?

Slide 3 - Mind map

Organisme
Bacterie
Planten
Schimmels
Dieren

Slide 4 - Slide

Levenskenmerken




        


                                                                                                                             Stofwisseling: Omzetten van stoffen naar andere stoffen.

Slide 5 - Slide

Levenskenmerken

Slide 6 - Slide

Ontwikkeling & Groei

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Groei: Het groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling: verandering in de bouw van een organisme

Slide 9 - Slide

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 2: Bouw van een organisme

Slide 10 - Slide

LEERDOELEN
1 Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.
2 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.
3 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.
4 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.
5 Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

Slide 11 - Slide

Bouw organisme (groot naar klein)

Slide 12 - Slide

Organisatieniveau
    Cel         -         weefsel         -         orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Orgaanstelsels
Organen die samenwerken noem je
orgaanstelsels. 

Slide 15 - Slide

Organisatieniveau's
Cel         -         weefsel         -            orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme
(kleinste)                                                                                                                      (grootste)

Tussencelstof

Slide 16 - Slide

Plant vs diercel

Slide 17 - Slide

De organisatieniveau's van klein naar groot:
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
B
orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels

Slide 18 - Quiz

Alle cellen bestaan uit organen
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Bijna alle organen zijn opgebouwd uit cellen
B
Alle cellen zien er hetzelfde uit
C
Cellen kun je met het blote oog zien
D
Het celmembraan is een vlies om de cel

Slide 20 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een groep organen die samenwerken noem je:
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Samenwerkende cellen
D
Cellen

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
H1.1 opdracht 1, 2, 5 en 6
H1.2 opdracht 1, 2, 4 en 6

Slide 23 - Slide