Tijdvak 1 t/m 4

Tijdvak 1 t/m 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijdvak 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Grieks-Romeinse cultuur
jagers en verzamelaars
monniken in kloosters
eerste boeren
Kruistochten

Slide 2 - Drag question

Wat is de naam van Tijdvak 1?
A
Tijd van Jagers en Verzamelaars
B
De Prehistorie
C
De Oudheid
D
Tijd van Jagers en Boeren

Slide 3 - Quiz

Wat is geen KA bij tijdvak 1?
A
de levenswijze van jagers-verzamelaars
B
het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
C
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
D
de ontwikkeling van Egypte tot staat

Slide 4 - Quiz

Tijdvak 1 valt in de 'prehistorie'
Wat betekent dat?
A
Dat er nog geen mensen waren
B
Dat mensen nog geen niet schreven
C
Dat mensen nog geen tekeningen maakten
D
Dat mensen alleen maar vlees aten

Slide 5 - Quiz

De eerste steden ontstonden in...
A
Mesopotamië
B
Egypte
C
Afrika
D
Nederland

Slide 6 - Quiz

Hoe eindigde tijdvak 1?
A
Oorlog was voorbij
B
De landbouw was niet meer nodig
C
Het schrift werd uigevonden
D
De dieren deden al het werk

Slide 7 - Quiz

De vruchtbare halve maan met uitbreiding naar Egypte hoort  bij......(slepen).
De levenswijze van jagers-verzamelaars.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 8 - Drag question

Romeins of Grieks?
Griekse tempel
Romeinse tempel

Slide 9 - Drag question

Wat is Grieks en wat Romeins?
Gladiatoren
Democratie
Olympische spelen
Aquaduct
Rome
Athene
Romeinen
Grieken
Grieken
Romeinen
Grieken
Romeinen

Slide 10 - Drag question

Welk theater is Grieks en welk Romeins?
Grieken

Romeinen

Slide 11 - Drag question

Zet in de juiste volgorde van tijd!!
Klimaat-verandering
Eerste landbouw-samenleving
Ontstaan schrift
Eerste steden

Slide 12 - Drag question

Wie mochten er stemmen in de Griekse democratie
A
Iedere Atheense burger die wapenuitrusting kan betalen
B
Iedere volwassen man
C
Iedere Atheense mannelijk burger
D
Iedere Atheense volwassen mannelijke burger

Slide 13 - Quiz

De Griekse democratie was een
.........

A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 14 - Quiz

In 509 v.C. veranderde Rome van een koninkrijk in een republiek. Maar wat is een republiek?
A
Een land dat bestuurd wordt iemand die de functie heeft geërfd van zijn vader.
B
Een land dat bestuurd wordt door geen gekozen bestuur, net als bij een Griekse democratie.
C
Een land dat bestuurd wordt door een alleenheerser.
D
Een land dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders.

Slide 15 - Quiz

Democratie is een woord uit het Grieks.
Wat is de betekenis van het woord ‘democratie’


A
één persoon aan de macht.
B
God aan de macht.
C
het volk regeert.
D
Meerdere personen, uit een groep of familie aan de macht.

Slide 16 - Quiz

Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
Het Romeinse Rijk is op zijn grootst
Keizer Augustus is de eerste keizer van het Romeinse Rijk
Het christendom wordt de godsdienst van het Romeinse Rijk

Slide 17 - Drag question

De maand augustus is vernoemd naar keizer Augustus.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De eerste keizer van Rome was keizer Augustus.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Door wie werd Karel de Grote tot keizer gekroond?
A
Paus Leo III
B
Paus Tigris II
C
Paus Canem II
D
Paus Lupus III

Slide 20 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste kolom:
De Vroege Middeleeuwen (500-1000)

Tijdvak: 
Monniken & Ridders
De Late Middeleeuwen (1000-1500)

Tijdvak: 
Steden & Staten.
Het feodalisme
Hanze verbond
drieslagstelsel
Keizer Karel de Grote (Frankische Rijk)
Het leenstelsel
ontstaan geldeconomie 
ontstaan agrarisch-stedelijke 
samenleving
het Frankische rijk

Slide 21 - Drag question

Vier teksten en vier plaatjes. Wat hoort bij elkaar?
Hedsjra van Mohammed
Rijk van Karel de Grote
Doop van Koning Clovis
Hofstelsel

Slide 22 - Drag question

1. Door de kruistochten nam het contact tussen Europa en de                              wereld toe.
2. Het doel van de kruistocht was om de stad                                 te heroveren op de moslims.
3. Deze stad was volgens het middeleeuwse denken het middelpunt van de                                         .
4. In het jaar 1095 riep de                      op tot een kruistocht.
5. Na de eerste kruistocht stichtten sommige kruisvaarders                                     in het Midden-Oosten. 
6. Europeanen maakten kennis met nieuwe producten en kennis, zoals                                                                     en                                                        .
Arabrische
wereld
kruisvaardersstaten
zijde
Paus
Jeruzalem
Arabische cijfers

Slide 23 - Drag question

Maak de juiste combinaties
Achterleenman
Landheer 
Leenheer 
Horigen
Hofstelsel
Leenstelsel 

Slide 24 - Drag question

Wat hoort bij welk geloof?
Christendom
Islam
Jodendom
monotheïstisch
 Kruistocht
Moskee
Oudste geloof
Ontstaan in oudheid
Jezus belangrijkste profeet
Ontsaan in middeleeuwen

Slide 25 - Drag question

Wat is geen kenmerkend aspect van tijdvak 3 (500-1000 n Chr.)?
A
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
B
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
C
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
D
Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 26 - Quiz

Welk antwoord geeft de juist tijdsvolgorde? Van oud naar nieuw?
A
ontstaan islam - Karel de Grote - renaissance - hofstelsel
B
hofstelstel - opkomst islam - Karel de Grote - renaissance
C
Karel de Grote - ontstaan islam - hofstelsel - renaissance
D
hofstelsel - opkomst islam - renaissance - Karel de Grote

Slide 27 - Quiz

Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabisch schiereiland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Turkije

Slide 28 - Quiz

Wanneer en hoe is de islam ontstaan?
A
In 570 door de geboorte van Mohammed in Mekka
B
In 610 door de overlevering van de Koran aan Mohammed
C
In 622 door de verhuizing van Mekka naar Medina van Mohammed
D
In 632 door het overlijden van Mohammed in Mekka

Slide 29 - Quiz