Communicatie 1.1. quiz

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat valt onder non-verbale communicatie
A
De woorden die je uitspreekt
B
De zinnen die je maakt
C
De handbewegingen die je maakt
D
Mimiek

Slide 2 - Quiz

Wat valt niet onder non-verbale communicatie?
A
je houding en mimiek
B
woorden en zinnen
C
stiltehantering
D
je kleding

Slide 3 - Quiz

Wat hoort bij interne ruis?
A
als je niet kunt opletten omdat je slecht hebt geslapen
B
als je niet kunt opletten door het geklets van een medestudent
C
als je niet kunt opletten door de muziek op je mobiel
D
als je niet kunt opletten door het geschreeuw van je broertje

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak is juist
A
Observeren is objectief
B
Waarnemen is subjectief
C
Observeren is subjectief
D
Waarnemen is objectief

Slide 5 - Quiz

Wat is juist over de coronamaatregel van 1,5 meter?
A
De afstand brengt je buiten de sociale zone
B
De afstand brengt je buiten de intieme en persoonlijke zone
C
Die afstand brengt je buiten de publieke zone
D
Die afstand brengt je alleen buiten de intieme zone.

Slide 6 - Quiz

Wat vind jij zelf van die 1,5 meter afstand?
A
Niet nodig, omdat.... (meerdere redenen mogelijk)
B
Nodig, maar ik mis wel gezellig dichtbij elkaar kunnen zitten
C
Nodig, en ik mis de dichtbij niet zo erg.
D
Nodig, dat je niet spontaan meer een knuffel kunt geven

Slide 7 - Quiz

Wat is juist?
A
Het gebied dat jij kent maar de ander niet, noemen we blinde vlek
B
Normen zijn gedragsregels
C
Waarden zijn gedragsregels
D
Interpreteren is subjectief

Slide 8 - Quiz

Hoe oud bent u? is een voorbeeld van een...
A
Semi-gesloten vraag
B
Gesloten vraag
C
Open vraag
D
Suggestieve vraag

Slide 9 - Quiz

Jij let bij een online-les zeker ook nooit op? is een voorbeeld van een...
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Semi-gesloten vraag
D
Suggestieve vraag

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoelt met: Ik vind hier geen bal aan?
A
Ik vind dit balspel niet leuk
B
Ik speel graag balspellen!
C
Ik vind het hier niet leuk
D
Ik ben moe

Slide 11 - Quiz

Wat is niet waar over open vragen?
A
Ze beginnen meestal met wat of hoe.
B
Iemand kan vaak langere antwoorden geven.
C
Ze sturen iemand een bepaalde kant op
D
Je geeft iemand meer ruimte dan bij gesloten vragen.

Slide 12 - Quiz

Hoe ziet de sandwichmethode er uit?
A
Top, top, tip
B
Top, tip, top
C
Top, tip, afsluitende totaal-top
D
Tip, top, tip

Slide 13 - Quiz

Wat vind jij een voordeel aan de sandwichmethode?
A
Je verbergt de tip.
B
Je begint positief.
C
Je eindigt positief.
D
Je kunt de tip handig verbloemen

Slide 14 - Quiz

Waarom zeg je na een top als je een tip wil geven geen MAAR....
A
Omdat de tip los staat van de top
B
Omdat je anders de top ontkracht
C
Omdat iemand vaak schrikt van een MAAR
D
Omdat het dan net is of die top weinig waarde heeft

Slide 15 - Quiz

Geef jezelf 1 top en 1 tip als het gaat om hoe je hebt gecommuniceerd op stage

Slide 16 - Open question

Geef jezelf 1 top en 1 tip als het gaat om je bijdrage in de online lessen

Slide 17 - Open question

Wat wil je nog oefenen voordat je op stage gaat? (geen telefoontrainingen)

Slide 18 - Mind map