GT1B 18-3-2021

Aardrijkskunde GT1B






18 maart 2021
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde GT1B






18 maart 2021

Slide 1 - Slide

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Oriëntatie
  • Huiswerk afgerond?
  • Leerdoelen
       - je kent de acht hoofdklimaten en weet waar ze voorkomen
       - je begrijpt dat het weer bepalend is voor het klimaat
       - je kunt bepalen of een klimaat of lage of hoge breedte ligt

Slide 3 - Slide

Lesplanning
  • Uitleg §3.1 (20 min)
       Kenmerken klimaten
  • Maken  §3.1 (15 min)
       Opdracht 4 en 5

Slide 4 - Slide

Uitleg §3.1

Slide 5 - Slide

Wat zijn kenmerken van het tropisch regenwoudklimaat?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Wat zijn kenmerken van het savanneklimaat?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Wat zijn kenmerken van het steppeklimaat?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Wat zijn kenmerken van het woestijnklimaat?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Wat zijn kenmerken van het
gematigd zeeklimaat?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Wat zijn kenmerken van het
landklimaat?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Wat zijn kenmerken van het
toendraklimaat?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Wat zijn kenmerken van het
poolklimaat?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide

Bij welk klimaat valt het minste neerslag?
A
gematigd zeeklimaat
B
landklimaat
C
steppeklimaat
D
woestijnklimaat

Slide 22 - Quiz

Welk verschil tussen het tropisch regenwoudklimaat en landklimaat?

Slide 23 - Open question

Bij welk klimaat is er een klein verschil tussen de zomer- en wintertemperatuur?
A
gematigd zeeklimaat
B
savanneklimaat
C
toendraklimaat
D
tropisch regenwoudklimaat

Slide 24 - Quiz

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Maken §3.1: opdracht 4 en 5
Waar?
Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?
20 minuten; zelfstandig of samenwerken
Vragen via chat of microfoon
Klaar?
Afronden vaardigheden H3
Lezen §3.2

Slide 25 - Slide

Afsluiting

Slide 26 - Slide

Huiswerk voor 22-3
  • Maken §3.1: opdracht 4 en 5

Slide 27 - Slide

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 28 - Mind map