les 4 - Integratie (Mickey)


Thema 2 - Samenleving - les 4 - Integratie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


Thema 2 - Samenleving - les 4 - Integratie

Slide 1 - Slide

Terugblik
In de vorige les hebben wij:
  • Geleerd waarom Nederland een multiculturele samenleving is;
  • geleerd wat immigratie inhoudt;
  • geleerd wanneer mensen in Nederland mogen komen wonen.

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  • leer- en lesdoelen
  • Opdracht 1 'cultuur verschillen'
  • Opdracht 2 'integratie'
  • Opdracht 3 'stellingen'
  • Bespreken leer- en lesdoelen 

Slide 3 - Slide



  • Heb je geleerd waarom cultuurverschillen lastig kunnen zijn;
  • heb je geleerd wat integratie inhoudt. 

Slide 4 - Slide

lesdoelen
Aan het einde van les heb ik geoefend:
- met het voeren van een klassengesprek over een stelling. Ik geef mijn mening over of ik voor of tegen de stelling ben en kan deze mening beargumenteren. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Theorie 1: Cultuurverschillen
Elke cultuur kent zijn eigen gewoonten en opvattingen. In veel Aziatische landen bijvoorbeeld, is wegkijken tijdens een gesprek een teken van respect. Nederlanders zijn juist gewend om hun gesprekspartner aan te kijken. Door zulke cultuurverschillen kunnen mensen uit verschillende culturen het soms lastig vinden om elkaar te begrijpen. 

Maak opdracht 1 in tweetallen op blz. 66 en 67

Slide 7 - Slide

Theorie 2: Integratie
In Nederland leven mensen uit allerlei culturen samen. Er zijn daardoor ook allerlei cultuurverschillen. Daarom wordt van alle inwoners van Nederland verwacht dat ze elkaar cultuur leren kennen en zich aan elkaar aanpassen. Dit noem je integratie. 
Integratie moet ervoor zorgen dat iedereen in Nederland goed met elkaar kan samenleven, ondanks cultuurverschillen. 
Meedoen in de samenleving
Integratie moet er ook voor zorgen dat mensen die nieuw in Nederlands zijn, kunnen meedoen in de samenleving. Als zij de Nederlandse cultuur kennen, kunnen ze makkelijker contact maken met anderen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld ook makkelijker werk vinden. 

Maak opdracht 2 in tweetallen op blz. 69 en 70

Slide 8 - Slide

Maak een top 3 van dingen die je MOET weten als je nieuw bent in Nederland..

Slide 9 - Mind map

Opdracht 3: stellingen
Opdracht 3 doen we klassikaal op blz. 70 en 71

Stelling: Naast Christelijke feestdagen als Kerst en Pasen, moeten ook het islamitische Suikerfeest en het hindoeïstische Diwali officiële feestdagen worden. 

Slide 10 - Slide

Opdracht 4: feestdagen 
Wat: korte PowerPoint presentatie over een zelfgekozen feestdag of traditie.
Hoe: beschrijf en laat zien(plaatjes) waar de feestdag om gaat, wat er gegeten wordt, wat er precies gevierd word, hoe zo’n feestdag verloopt en wat deze feestdag voor jullie zelf betekent
Tijd: 20 minuten (circa)
Hulp: in tweetallen
Uitkomst: korte PowerPoint presentatie die in tweetal is gemaakt, overleg met je duo wie wat gaat presenteren, (zorg voor een eerlijke verdeling).
Klaar?: Bereid dit voor de volgende les voor, zorg voor een presentatie van ongeveer 5 minuten.

Slide 11 - Slide

Opdracht 4: Feestdagen
Maak met je tweetal een korte PowerPoint presentatie over een zelfgekozen feestdag of traditie. 
Beschrijf en laat zien (plaatjes) waar de feestdag om gaat, wat er gegeten wordt, wat er precies gevierd wordt, hoe zo'n feestdag verloopt en wat deze feestdag  voor jullie zelf betekent! 
Overleg met je tweetal wie wat gaat presenteren, (zorg voor een eerlijke verdeling). Bereid dit voor de volgende les voor. 
Zorg voor een presentatie van ongeveer 5 minuten. 

Slide 12 - Slide

Opdracht 4: Feestdagen
Wat komt er dus in de presentatie:
1. Naam van de Feestdag of traditie
2. waar de feestdag om gaat
3. wat er gegeten wordt
4. wat wordt er gevierd
5. hoe verloopt de feestdag
6. wat betekent het voor jou?

Slide 13 - Slide

Independence Day
 (4th of July)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide



  • Heb je geleerd waarom cultuurverschillen lastig kunnen zijn;
  • heb je geleerd wat integratie inhoudt. 

Slide 16 - Slide