This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Immigratie
Slide 1 - Slide
Programma
Bespreken huiswerk (15 min)
Uitleg 6.2 (15 min)
Aan de slag! (20 min)
Slide 2 - Slide
Bespreken huiswerk
Gezamenlijk bespreken we de opdrachten.
Slide 3 - Slide
6.2
Migratie vanuit Nederlands-Indië
Verbonden voelen met Nederland
Gezien worden als verraders
Slide 4 - Slide
6.2
Molukkers
-Hadden aparte plaats in Indische samenleving
-Uitroepen staat-> Soekarno neemt staat in-> soldaten nergens heen-> naar Nederland (1951)
-Houden nog wel vast aan een eigen staat!
Slide 5 - Slide
6.2
Suriname en de Antillen
-1954 krijgen van zelfstandigheid binnen koninkrijk der Nederlanden
-1975 werd Suriname onafhankelijk
-Weinig vertrouwen -> naar Nederland
-Antillen werden 'eigen landen'
Hoe ontvangen?
Slide 6 - Slide
Aan de slag! (20 minuten)
Maak opdracht 1 t/m 8 van 6.2
Klaar en tijd over? Maak alles van 6.2
Slide 7 - Slide
Programma
Bespreken huiswerk (10 min)
Uitleg 6.2 (10 min)
Stellingen (10 min)
Aan de slag! (20 min)
Slide 8 - Slide
Bespreken huiswerk
Huiswerk was: 1 t/m 8 van 6.2
We bespreken: 1 & 6
Moeten we nog meer bespreken?
Slide 9 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de drie belangrijkste groepen migranten noemen die sinds 1945 uit andere landen dan de voormalige koloniën naar Nederland zijn gekomen.
Slide 10 - Slide
Welke fasen kende de immigratie naar Nederland?
Slide 11 - Open question
6.2
1. Vanaf de jaren 50 haalden bedrijven met steun van de overheid mensen uit Spanje en Italië – en vanaf 1960 uit Turkije en Marokko (gastarbeiders).
2. In jaren '90 vluchtten veel Joegoslaven naar veilige landen, waaronder Nederland. Ook andere mensen uit oorlogsgebieden, zoals Irak, Iran, Somalië, Afghanistan en Syrië.
3. In 2004 werd de Europese Unie sterk uitgebreid, hierdoor wonen goedkope arbeidskrachten of hoogopgeleiden in Nederland
