Wat: Opdr. 29 lezen we gezamenlijk voor
Opdracht 30: in tweetal
Hoe: Je vult met elkaar de zinnen aan. Welk woord hoort op de stippeltjes? Welke info? Gebruik opdracht 29.
Verwerking: Ik hoor iedereen Duits spreken.
Opdr. 32 Werk de zinnen + antwoorden in het Duits uit op een lijntjes papier
eerder klaar? Kijk of je opdracht 1 t/m 8 hebt gemaakt
We bespreken alles kort door