23/24 H3 kijkvaardigheid + woordenschat + luisteropdracht 1,10

26. Februar Zu tun
- Einleitung
- Kurze Wörteraufgabe
- Aufgaben 1-5
- Kontrollieren wie weit bist du? (Hoe ver ben je?)
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

26. Februar Zu tun
- Einleitung
- Kurze Wörteraufgabe
- Aufgaben 1-5
- Kontrollieren wie weit bist du? (Hoe ver ben je?)

Slide 1 - Slide

Lernziel Kapitel
Jullie kunnen aan het einde van het hoofdstuk: 
de weg vragen, 
de weg wijzen, 
informatie vragen/geven over het openbaar vervoer
teksten begrijpen over reizen

Slide 2 - Slide

Lernziele Heute
Je kunt een rondleiding door een stad volgen in het Duits.
Je kent de betekenis van de eerste 10 woorden van de woordenlijst.

Slide 3 - Slide

Voor de vakantie de onderstaande woorden opgezocht, weet jij ze nog?
  1. Stadtplan
  2. Kreisverkehr
  3. die Bahn
  4. das Zentrum
  5. aussteigen
  6. einsteigen
  7. umsteigen
  8. Haltestelle
  9. Bahnhof


Slide 4 - Slide

Vertaal naar het Nederlands: der Stadtplan
A
de stad
B
de route
C
Google maps
D
de plattegrond

Slide 5 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: der Kreisverkehr
A
het kruispunt
B
de rotonde
C
de tunnel
D
de snelweg

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: die U-Bahn
A
de tunnel
B
de tram
C
de metro
D
de trein

Slide 7 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:
das Zentrum
A
de stad
B
het dorp
C
de binnenstad
D
het dorpsplein

Slide 8 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: aussteigen
A
uitstappen
B
instappen
C
oversteken
D
overstappen

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: einsteigen
A
uitstappen
B
instappen
C
oversteken
D
overstappen

Slide 10 - Quiz

Stadtrundfahrt (rondleiding)
- Video sehen, Seite 94
- 8 minuten --> zuerst Klassenweise --> ich schreibe nicht mit.
Overleg met je buurman/buurvrouw 
Overlegmoment na vraag 4 --> bekijk elkaars antwoorden
Overlegmoment na vraag 7 --> bekijk elkaars antwoorden



Slide 11 - Slide

Werkwijze groepsopdracht
Wat: verdieping kijkvaardigheid
Hoe: Je gaat in je tweetal zitten --> maak je zelf, maar binnen 10 sec. Ander tweetal dan nu. Je deelt met elkaar de antwoorden
Allebei een ander antwoord? --> samen fragment nog eens luisteren. Tijdstippen vind je op het blad
Na het luisteren bepaal je je echte antwoord.
Tijd: 15 minuten
Eerder klaar? Maak dan blz. 95. opdr. 2,3,4 en 5 gebruik de woordenlijst op blz. 128, 129

Slide 12 - Slide

An die Arbeit
- Aufgabe 2 t/m 6
- Seite 95, 96, 97
- Mithilfe der Wortliste Seite 128, 129

LET OP, DONDERDAG GEEN DUITS DUS VRIJDAG HUISWERKCONTROLE

Slide 13 - Slide

Aufgaben kontrollieren
Wie weit bist du gekommen? 
Hoe ver ben je gekomen?

We gaan weer werkniveau bekijken.

Slide 14 - Slide

1. März
wiederholen Wörter 
Wegbeschreibung
Arbeitsblatt wegbeschreibung
- Besprechen Wörteraufgaben
Höraufgabe

Slide 15 - Slide

Wegbeschreibung
Seite 113
Aufgabe 29

Arbeitsblatt 1

Slide 16 - Slide

Wegbeschreibung Arbeitsblatt 1
Wat: vragen naar de weg/route. Route geven
Hoe: Je krijgt werkblad 1. Je vertaalt de Nederlandse zinnen naar het Duits.
info: blz. 113 opdr. 29 vind je de zinnetjes
Tijd: 10 minuten
Eerder klaar? Maak dan blz. 98 + 99 opdr. 7 + 9

Slide 17 - Slide

Arbeitsblatt 1 besprechen

Slide 18 - Slide

Text ergänzen + lesen
blz. 99
opdr. 9

We bespreken de woordjes + lezen de tekst.

Slide 19 - Slide

Wegbeschreibung
Seite 13
Aufgabe 29

Arbeitsblatt 1

Slide 20 - Slide

Kontrollieren + wiederholen
Eerlijk komen melden: Is je huiswerk gemaakt?  Wat gaat je voorstel zijn?
Seite 95 t/m 97  Aufgaben 2 t/m 5


Slide 21 - Slide

Hören Seite 100 Aufgabe 10B
Wat: We gaan zo luisteren naar 5 vreemde nieuwsberichten.
Hoe: Eerste ronde alleen maar luisteren + antwoord aankruisen
Tweede ronde --> leestekst van de luisteropdracht. We lezen de tekst klassikaal.
Na het lezen kijk je naar je antwoorden, wil je wat aanpassen? Onderstreep samen in de tekst waar jouw antwoord staat.
Verwerking: We bespreken de antwoorden jullie lezen voor

Slide 22 - Slide

Hausaufgaben Montag 4. März
Aufgabe 2 t/m 9
- Seite 95, 96, 97, 98, 99
- Mithilfe der Wortliste Seite 128, 129

Slide 23 - Slide

Montag 4. März
Herhalen woordjes
Leesopdracht
Bespreken leesopdracht

Slide 24 - Slide

Lesen auf Deutsch
Wat: Lees opdr. 13B
HOe: beantwoord de vragen van de docent
Tijd: 10 Min


Slide 25 - Slide

Lesen auf Deutsch
Wat: Lees opdr. 13B
HOe: alleen luisteren + beantwoorden Daarna alle reacties lezen + vragen werkblad beantwoorden. markeer in de tekst waarvandaan je het antwoord hebt.
Verwerking: Bespreken klassikaal
Tijd: 10 Min
Eerder klaar?: maken opdr. 6,7 en 8

Slide 26 - Slide

Lesen auf Deutsch
Wat: maak nu volledig opdracht 13
Hoe: beantwoord alle vragen van opdr. 13 en 14.  Markeer in de tekst waar je je antwoord vandaan hebt. Je mag kiezen:
In stilte met muziekoortje in                       in tweetal fluisteren
IPad blijft dicht!
Tijd: 15 min
Eerder klaar? Opdr. 6,7 en 8 en opdr. 14

Slide 27 - Slide

Lesen auf Deutsch
Bespreken:
 Ik geef de antwoorden. 
Ik noem je naam:  jij leest voor in de tekst waar dit stond
Heb je hier vragen over, stel ze.

Slide 28 - Slide

Hausaufgaben?
kein

Slide 29 - Slide

7. März
Vragen naar de weg + Route geven

Aan het einde kan je een routebeschrijving verstaan
Aan het einde kan je woorden toepassen die je nodig hebt om de weg te vragen of te geven.
opdracht 27 ,29,30,31, 32

Slide 30 - Slide

Woorden voor een route blz. 113
nach links
nach rechts
geradeaus
beim Kreisverkehr geradeaus
beim Kreisverkehr links abbiegen
an der Kreuzung rechts abbiegen

Slide 31 - Slide

blz. 112 Aufgabe 
Opdracht 27
Wat betekenen de volgende zinnen?
overleg in tweetal schrijf antwoord in tweetal op

Slide 32 - Slide

Vertaal
Ich suche die Bushaltestelle

Slide 33 - Open question

Vertaal
Wir gehen an der Kreuzung nach links.

Slide 34 - Open question

Vertaal
Von welchem Gleis fährt der Zug nach Innsbruck?

Slide 35 - Open question

Vertaal
Reisende mit Weiterfahrt nach Berlin müssen hier umsteigen.

Slide 36 - Open question

Opdr.32 en 35
Wat: Opdr. 29 lezen we gezamenlijk voor
Opdracht 30: in tweetal
Hoe: Je vult met elkaar de zinnen aan. Welk woord hoort op de stippeltjes? Welke info? Gebruik opdracht 29. 
Verwerking: Ik hoor iedereen Duits spreken.
Opdr. 32 Werk de zinnen + antwoorden in het Duits uit op een lijntjes papier
eerder klaar? Kijk of je opdracht 1 t/m 8 hebt gemaakt
We bespreken alles kort door

Slide 37 - Slide

Opdr.35
Wat: uitwerken een gesprek
Hoe: Je vult met elkaar de zinnen aan. Welk woord hoort op de stippeltjes? Welke info? Gebruik opdracht 29. 
Verwerking: Je schrijft de zinnen + antwoorden in het Duits uit op een lijntjes papier
eerder klaar? Kijk of je opdracht 1 t/m 8 hebt gemaakt
We bespreken alles kort door

Slide 38 - Slide

Hausaufgaben?
GEen

Slide 39 - Slide

8 maart
Bespreken opdr. 35 --> via nakijkslide
Bespreken werkblad

14 maart toets
blz. 128 alle woordjes
blz. 129 woordjes A,C en D
blz. 131 zinnetjes
blz. 113 zinnetjes



Slide 40 - Slide

Seite 115
Aufgabe 35

Slide 41 - Slide

Vrijdag 10 maart
Laatste ronde oefenen voor de toets
Feedback e-mails
Langs mooie voorbeelden lopen

laatste keer A-boek


Slide 42 - Slide

16 maart
Start H4
neem je B-boek mee!!

Slide 43 - Slide

17 maart
schrijven H4

Slide 44 - Slide