A6sptl4 Periode 2, Les 7 LECTURA / DON QUIJOTE - GSE (02-12-2024)

Bienvenidos

LESSONUP: 
Meld je aan via de link in magister of via de klascode: kaasm.
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 52
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

LESSONUP: 
Meld je aan via de link in magister of via de klascode: kaasm.
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Slide

Info: Metas / Objetivos (doelen)
Literatuur:
Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun literaire context.

Leesvaardigheid: 
Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 
Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.
Je oefent met het herkennen van werkwoorden in teksten.
Je werkt aan je woordenschat.

Slide 2 - Slide

Info: Toetsen en opdrachten

  • Formatief: leesvaardigheid en woordenschat (formatief)
  • Tussentoets: Literatuur (10%, niet herkansbaar)
  • Toetsweek: Leesvaardigheid (10%, herkansbaar)
  • Portfolio: oefenexamen VWO 2016-2e tijdvak + Vocab-dossier, uiterlijk 18 december 2024
  • LET OP DE INLEVERDATUM, houd je werk goed bij.


Zie studiewijzer (komt op teams)

Slide 3 - Slide

El programa 
1. INFO, DEBERES
2. VERBOS y VOCAB  
  • Caperucita roja hasta línea 29 
  • Syll p.54-55, ejerc. 20-21 (bijzinnen en subjuntivo) 
  • Vocabulario temático p.1 
3. LITERATURA: Miguel de Cervantes, Don Quijote
4. REFLEXIÓN

Slide 4 - Slide

Les deberes fueron:
Estudiar:  
  • herhaal hoofdgedachtevraag/ formuleringsvraag libro 4 p.89 + volgordevraag p.90 -> próxima página
  • vocab syllabus p.76 S-N 

Hacer:  -> comprobar en la próxima clase
  • Caperucita roja, t/m r.24 ‘vino’ 
  • Vocab dossier opgave 19 (Syll p.52-53) 
  • afmaken syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie p.30) 
  • Afmaken Paso adelante H10 oef 11-12 

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario 



Slide 5 - Slide

Alinea's op volgorde zetten:
hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 6 - Open question

INFO LITERATUURTOETS
weging 10%, niet herkansbaar, 60 minuten, 13-12-2024 
De toets gaat over:  
  • Carlos Ruiz Zafón, La sombra del viento, hoofdstuk 4 + alle overige onderdelen die in de lesopdracht aan bod komen, zoals bijvoorbeeld de trailer en de achterflap. Voor de lesopdracht zie teams. 
  • Miguel de Cervantes, Don Quijote, de twee hoofdstukken die in de syllabus staan + + alle overige onderdelen die in de lesopdracht aan bod komen, zoals bijvoorbeeld de Syllabus Literatuur en de youtube-video. Voor de lesopdracht zie teams. 
Hoe bereid je je voor: 
  • Je leest van Don Quijote de twee hoofdstukken die in de syllabus staan, zodanig dat je het verhaal goed kunt volgen. 
  • Je leest uit La Sombra del Viento hoofdstuk 4, zodanig dat je het verhaal goed kunt volgen.  
  • Je maakt beide lesopdrachten en leert de antwoorden op de vragen. 
  • Je leert uit de Syllabus Literatuur p.4-11, p.60-63. p.67, p.78. 
  • Je leert uit de Syllabus Literatuur het Vocabulario p.74-77, Spaans-Nederlands. 
Indicatie toetsvragen:  
  • Je moet vragen kunnen beantwoorden aan de hand van een of meer tekstfragmenten uit genoemde hoofdstukken.  
  • Je moet vragen kunnen beantwoorden over de schrijvers, achtergronden, tijdbeeld, personages, meningen. 
  • Je moet vragen kunnen beantwoorden vergelijkbaar met de lesopdrachten. 

Slide 7 - Slide

Verbos y vocab (15m / en casa)
1. Werkwoorden herkennen: Caperucita roja t/m regel 29 ‘...fácilmente’ 

2. Syll p.54-55, paragraaf 3.3.2 Idioomkennis opgave 20-21 (bijzinnen en subjuntivo) 
ATENCIÓN: ¡Siempre hay que leer la explicación antes de hacer el ejercicio!

3. Leren: vocabulario temático 1e pagina S-N 
(team a6sptl -> bestanden -> lesmateriaal -> woordenlijsten)    
timer
12:00

Slide 8 - Slide

La Mancha

Slide 9 - Slide

Miguel de Cervantes
En 1605 escribió 
'El ingenioso hidalgo Don Quijote de la Mancha'
don = heer/meneer ; hidalgo = edelman

Cervantes vivió una vida muy aventurera: estudió, terminó en la cárcel, luchó con piratas, y escribió varios libros. 
Su libro más famoso: 
'El ingenioso hidalgo Don Quijote de la Mancha'

Slide 10 - Slide

'El ingenioso hidalgo Don Quijote de la Mancha'

Lee y escucha (próxima página)

Recuerda esta palabras:
hidalgo = edelman
una aldea = een dorp
libros de caballerías = ridderverhalen
caballero = ridder, ruiter
gigantes = reuzen
 encantadores = tovenaars
batalla = strijd



Slide 11 - Slide

"En una aldea de La Mancha vivía un hidalgo de mediana edad.
Tendría unos cincuenta años.
Unos dicen que se llamaba "Quijada" o "Quesada", y otros "Quijana".
Pero esto importa poco a nuestra historia.
 
Se pasaba las horas leyendo libros de caballerías.
Ya no le interesaba más que leer esas historias apasionantes.
Leía día y noche las aventuras fantásticas que vivían los caballeros y acabó creyendo que todas eran ciertas:
que había gigantes y encantadores, desafíos y batallas.
Odiaba a los malos y admiraba a los valientes.

Y tanto decidió hacerse caballero, como sus personajes, para conseguir fama y ayudar a la gente."
 
¿Qué significan ls frases en cursiva?

Slide 12 - Slide

'El ingenioso hidalgo Don Quijote de la Mancha'
'Se pasaba las horas 
leyendo libros de caballerías.'

Contesta: ¿Qué fue el resultado?


libros de caballerías = ridderverhalen
caballero = ridder, ruiter
gigantes = reuzen
encantadores = tovenaars
batalla = strijd



Slide 13 - Slide

La historia en breve
Imagen de Pablo Picasso
Monumento en Madrid
Ve el vídeo hasta 2.00m, velocidad 0,75

Slide 14 - Slide

Opiniones sobre el libro







¿Y vosotros, con qué opiniones estáis de acuerdo? Explicadlo en la tarea que sigue.

Slide 15 - Slide

Tarea en clase (lesopdracht)
La tarea contiene: 
  • Contexto histórico: Edad Media (Middeleeuwen) + Siglo XVII (17e eeuw)
  • El escritor
  • Leer unos capítulos
  • Opiniones sobre el libro y el personaje de Don Quijote

La tarea está en teams.

Slide 16 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 17 - Slide

¿Qué sabes de Cervantes y de
Don Quijote de la mancha?

Slide 18 - Mind map

Los deberes
Estudiar:  
  • Hoofdgedachte, het plaatsen van titels en tussenkoppen Syllabus 2.3.4 (p.14-16) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N 
  • vocabulario temático 1e pagina (zie de link bovenaan de studiewijzer)  
Hacer:  
  • Caperucita roja, t/m r.29 ‘facilmente’ 
  • Vocab dossier opgave 20-21 (Syll p.53...) 
  • afmaken syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie p.30) 
  • Afmaken Paso adelante H10 oef 11-12 indien nog niet af
Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 21 - Slide

Alinea's op volgorde zetten:
hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 22 - Open question

Wat weet je inmiddels van
La Sombra del viento,
en van de schrijver?

Slide 23 - Mind map

1. Hoe verloopt de samenwerking in je groepje?
2. Welke afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van de opdracht?

Slide 24 - Open question

Cap. 5, Ejercicio 37a
1 (tú) pedir pides pidas
2 (usted) poder puede pueda
3 (él) dormir duerme duerma
4 (ella) conocer conoce conozca
5 (usted) poner pone ponga
6 (yo) salir salgo salga
7 (vosotros) hacer hacéis hagáis
8 (nosotros) tener tenemos tengamos
9 (ellos) decir dicen digan
10 (yo) venir vengo venga

Slide 25 - Slide

Cap. 6, ejercicio 35ab
1 tuviera tener hebben
2 trabajara trabajar werken
3 estuviera estar zijn
4 tomara tomar nemen
5 volviera volver teruggaan
6 trabajara trabajar werken
7 terminara terminar eindigen
8 disfrutara disfrutar genieten
9 pudiera poder kunnen

Slide 26 - Slide

Apunta palabras sobre
Ruiz Zafón y 'La sombra
del viento' (en español)

Slide 27 - Mind map

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst(gedeelte)?
Noteer de 4 stappen (Syll. p.10)

Slide 28 - Open question

Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw wordt NIET genoemd?
A
de hoofdmededeling staat in de eerste zin
B
de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
C
de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
D
de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

Slide 29 - Quiz

REFLEXIÓN LECTURA:
1. Wat ging goed en hoe kwam dat?
2. Wat ging minder goed en hoe kwam dat?
3. Wat heb je nodig om je leesvaardigheid te verbeteren?

Slide 30 - Open question

Reflexión

Slide 31 - Slide

1. Wat heb jij geleerd in deze les?
2. Welke opdrachten heb je af / gedeeltelijk af, en welke nog niet?

Slide 32 - Open question

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 33 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 34 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 35 - Open question

p.72-73
naar smaak
A
acaso
B
tal vez
C
a lo mejor
D
a gusto

Slide 36 - Quiz

p.72-73
te (veel)
A
de repente
B
mediante
C
demasiado
D
hacia

Slide 37 - Quiz

p.72-73
nauwelijks
A
apenas
B
fuera
C
tan
D
entonces

Slide 38 - Quiz

p.72-73
met het oog op, gelet op
A
aún
B
tanto
C
ante
D
casi

Slide 39 - Quiz

El (presente de) subjuntivo
Ejemplo: 'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )

Het werkwoord na 'que' staat dan in de subjuntivo.

Slide 40 - Slide

Cap. 5, D: El subjuntivo
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

Ejemplo: tenga, tengas, tenga, tengamos, tengáis, tengan

Slide 41 - Slide

Cap. 6, D: El imperfecto de subjuntivo
Repaso: Presente (tegenwoordige tijd)
           Espero que vengas (ik hoop dat je komt)

Nuevo: Pasado (verleden tijd) 
           Esperaba que vinieras (ik hoopte dat je kwam / zou komen)

HACER: -> VERDEEL je tijd over beide oefeningen
  • presente de subjuntivo, libro 3, H5 D + ejerc. 37a + ejerc. 37b primera frase (libro 3, p.37)
  • imperfecto de subjuntivo, libro 3, H6 D + oef 35ab (libro 3 p.82)
timer
10:00
EXPLICACIÓN: 
libro 3 p.36-37 + p.81

Slide 42 - Slide

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 43 - Quiz

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 44 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 45 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 46 - Open question

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 47 - Quiz

Noteer in het kort:
hoe vind je de hoofdgedachte in een alinea?
(Syllabus p.10)

Slide 48 - Open question

Multiple choice vragen en open vragen:
Noteer jouw vier tips.
(Syllabus p.42-44 en Libro de referencia p.48-49)

Slide 49 - Open question

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoeken, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 50 - Quiz

timer
1:00
Apunta palabras nuevas
que has aprendido + traducción.
Incluye algunos verbos.

Slide 51 - Mind map

Bespreek in tweetallen en beantwoord daarna deze vraag individueel:
Hoe ga je te werk om de woorden te onthouden?
Noteer je werkwijze + noteer wanneer en hoeveel tijd je hieraan wilt gaan besteden.

Slide 52 - Open question