Begrijpend lezen bl3wk5l1

Welke vragen zie ik?
Je kunt straks:
• vertellen dat bij bepaalde tekstsoorten altijd dezelfde WH-vragen
passen 
• vertellen dat het antwoord op die WH-vragen kan veranderen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke vragen zie ik?
Je kunt straks:
• vertellen dat bij bepaalde tekstsoorten altijd dezelfde WH-vragen
passen 
• vertellen dat het antwoord op die WH-vragen kan veranderen

Slide 1 - Slide

Bekijk tekst 1.
Welke tekstsoort is het?
A
instructieve tekst
B
reclametekst
C
pleziertekst
D
weettekst

Slide 2 - Quiz

Welke twee WH-vragen kun je
bij deze tekstsoort stellen?
Wat moet je weten.
Wat moet je weten?
Bij bepaalde tekstsoorten stel je altijd dezelfde WH-vragen
Instructieve teksten:
• Wat heb ik nodig?
• Hoe moet ik het doen?
Tijdens het lezen stel je jezelf die vragen. Soms vind je het antwoord al
snel. Maar als je verder leest, kan je antwoord veranderen.
Arceer de antwoorden in de tekst.

Slide 3 - Open question

Lees de titel van tekst 1 en kijk naar het plaatje.
Stel, je wilt zelf bloemen maken van zakdoeken. 
Wat voor soortzakdoeken heb je nodig, denk je? 
Handen omhoog: van stof
Handen omlaag: van papier

Slide 4 - Slide

Lees tekst 1 helemaal
 In welke zin staat welke zakdoeken je kunt
gebruiken? 
Markeer het antwoord in de tekst.
Extra vraag
Kijk nog eens naar je antwoord op vraag 2a. Is je antwoord
veranderd nu je de hele tekst hebt gelezen? 
Handen omhoog: ja
Handen omlaag: nee

Slide 5 - Slide

Lees tekst 2.
Welke tekstsoort is het?
A
instructieve tekst
B
reclametekst
C
pleziertekst
D
weettekst

Slide 6 - Quiz

Wat wil de schrijver van tekst 2?
Vul in:
De schrijver wil dat ik ......

Slide 7 - Open question

Lees: wat moet je weten.
Wat is het antwoord op de eerste vraag? Vul in: ... zakdoeken kosten € ...
Wat moet je weten
Wat moet je weten?
Reclameteksten:
• Wat kost het?
• Waar kun je het kopen?

Tijdens het lezen stel je jezelf die vragen. Soms vind je het antwoord al
snel. Maar als je verder leest, kan je antwoord veranderen.

Slide 8 - Open question

Wat is het antwoord op de 2e vraag? Markeer het in de tekst.
Bedenk nog een WH-vraag die goed bij deze tekstsoort past.
Het antwoord hoeft niet in de tekst te staan. 

Slide 9 - Slide

Lees tekst 3.
Welke tekstsoort is het?
A
instructieve tekst
B
pleziertekst
C
reclametekst
D
weettekst

Slide 10 - Quiz


Lees: wat moet je weten: de vaste WH-vragen bij tekst 3.
Wat is het antwoord op de eerste vraag?
Wat moet je weten
Plezierteksten: 
• Waar gaat het over?
• Hoe loopt het af?
Tijdens het lezen stel je jezelf die vragen. Soms vind je het antwoord al
snel. Maar als je verder leest, kan je antwoord veranderen.
A
over een jongen die besmet is met het coronavirus
B
over een jongen die wil weten wat een virus is
C
over een viroloog die antistoffen maakt voor virussen
D
over virussen die vechten met levende beestje

Slide 11 - Quiz

Het antwoord op de 2e vraag kun je niet vinden in tekst 3.
Hoe komt dat, denk je?

Slide 12 - Open question

Er bestaan zakdoeken van stof en van papier.
Welke zakdoeken helpen beter tegen het verspreiden van een virus,
denk jij? Leg uit.

Slide 13 - Open question