H7.2a

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat je kun je na de les?

• Je kunt het verschillen tussen een molecuul  en een atoom uitleggen
  
• Je kunt de bouw van een atoom uitleggen.
• Je kunt effecten van ioniserende straling benoemen.
• Je kunt de begrippen radioactieve stoffen, instabiele kern, stabiele kern en isotoop beschrijven.

Interactieve Video

PO

Interactieve Video

Interactieve video

We gaan niet de hele video kijken. 

Aan een video kan je informatie of vragen toevoegen. Kies daarvoor de optie "interactieve video"

Filmpje over platen en breuken

https://schooltv.nl/video/plaattektoniek-op-puzzel-aarde-beweegt-alles/?

Interactieve pagina over endogene krachten

https://www.ntr.nl/html/micrio/schooltv/aardlagen/

Moleculen en Atomen

Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?

Kijk het filmpje en beantwoord deze vraag

0

https:

Ontleden van Water

• Wat kun je ontleden in zijn elementen.
• Een element kun je chemisch niet verder ontleden.
• Een element kan maar uit 1 atoomsoort bestaan.
  

Waterstof komt dus altijd voor als H_{2 maar er zijn ook elementen die maar uit 1 atoom bestaan, zoals Koolstof (C).}

• Open de applet
• Selecteer 'Atoom'
• Bekijk de vragen en probeer het antwoord te ontdekken door middel van de applet

https:

Atoom bouwen

Bouw met protonen neutronen en elektronen een atoom.

1. Wat verandert als je er een proton bij doet?
2. Wat verandert als je er een neutron bij doet?
3. Wat verandert er als je er een elektron bij doet?

Radioactiviteit

Radio = Zenden  --> dus 'Actiefzenden'
Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniserende straling af.

• De kern is dan instabiel

Wat is ioniserende straling?

• Dit is straling die atomen kapot kan maken.
• Stoffen die ioniserende straling uitzenden noemen we radioactief.

Ionen

Ion = geladen atoom (elektronen teveel of te weinig)
Straling kan atomen ioniseren

Hoe verder je naar rechts gaat hoe groter het Ioniserend vemogen is. Dat betekent dat UV-licht atomen kapot kan maken

Aan de slag

Maken van H7.2 opdracht 16, 18, 20, 26 en 27

De lading van een Proton is:

1. Positief
2. Negatief
3. Neutraal

De kern van een atoom vind je ...

1. Elektronen en Neutronen
2. Protonen en Elektronen
3. Protonen en Neutronen
4. Protonen, Elektronen en Neutronen

Welk deeltje heeft een neutrale lading?

1. Proton
2. Elektron
3. Neutron

Wat is een Isotoop?