Omrekenen van lengte in het metriek stelsel

Omrekenen van lengte in het metriek stelsel
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Omrekenen van lengte in het metriek stelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je lengtes omrekenen binnen het metriek stelsel zonder gebruik van kommagetallen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het omrekenen van lengte in het metriek stelsel?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Het metriek stelsel
Het metriek stelsel is de standaard voor lengte, gewicht en volume. Lengtematen zijn onder andere millimeter, centimeter, meter en kilometer.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen binnen het metriek stelsel
Omrekenen binnen het metriek stelsel gaat in stappen van 10, 100, 1000, etc. Bijvoorbeeld: 1 meter = 100 centimeter.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen van millimeter naar centimeter
1 millimeter = 0,1 centimeter. Dus 5 millimeter = 0,5 centimeter.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen van centimeter naar meter
1 centimeter = 0,01 meter. Dus 50 centimeter = 0,5 meter.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen van meter naar kilometer
1 meter = 0,001 kilometer. Bijvoorbeeld: 2500 meter = 2,5 kilometer.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Uitdaging: Omrekenen van verschillende eenheden
Probeer 3000 millimeter om te rekenen naar meters zonder het gebruik van kommagetallen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Lengtes omrekenen binnen het metriek stelsel gaat in stappen van 10, 100, 1000, etc. Zorg ervoor dat je de juiste conversiefactoren gebruikt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.