wwspelling tt, vt, vd, vd als bn

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Herhaling schema wwspelling (OSP/boek)

Oefenen

Zelfstandig aan de slag

Verlengde instructie?

Doel: jullie kennen de regels van de wwspelling en kunnen deze toepassen (blz. 224)

Wat weet je nog van de wwspelling?

Herhaling

* Het schema in je boek of mijn schema

* vd als bn

Wat zijn de hulpwerkwoorden?

Van welke tijd is er sprake als er een hulpww in de zin staat?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Ik heb mij verbaast eindigt op een 't',
want de 's' staat in 't kofschipx.

1. goed
2. fout

.... (vinden) jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?

1. Vindt
2. Vind

Gisteren (bereiden) de kok het eten zorgvuldig.

Dat gebeurt mij nou altijd!
'gebeurt' is

1. goed geschreven
2. fout geschreven

Wat is de spellingsregel van een bijvoeglijk naamwoord?

De straat is verbreed.
De .... straat.

Carlo (herinneren) zich opeens dat hij nog een afspraak heeft.

Heb jij de rekening (betalen) of moet ik dat nog doen?

De arts (behandelen) de brandwond van de patiënt.

(Vinden) jij ook dat Tom erg is (veranderen)?

Doel: jullie kennen de regels van de wwspelling en kunnen deze toepassen (blz. 224)

Ga in tweetallen aan de slag met de opdrachten die je nu krijgt. 

Klaar?

Laat de antwoorden aan mij zien.