Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun grenzen bewaakten.
Je kunt uitleggen hoe het Romeinse rijk een keizer kreeg.
Je kunt uitleggen wat romanisering is.
Je weet wat keizer Nero met christenen deed.
Je weet dat het Romeinse Rijk werd gesplitst in tweeën en kunt uitleggen waarom.
Je weet wie de Hunnen waren.
Je weet wat de volksverhuizingen waren.