Voorbereiden test corona

Bonjour E2E

1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Bonjour E2E

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
1. huiswerk nakijken
2. teststof bespreken
3. Werkwoorden
4. Voorzetsels landen, steden etc.


Slide 2 - Slide

Teststof
Hoofdstuk 5
• Grammatica : Bron C + G + I + alle bijbehorende oefeningen
• Phrases clés : Bron D + J ( zie ook woordenlijsten ) F-N en N-F
• Woordenlijsten : voc . A + B + E leren F -N + N-F. ( werkboek vanaf blz. 42 )
                                    voc. F + H alleen F-N leren
Hoofdstuk 6
• Grammatica : Bron C + I + alle bijbehorende oefeningen .


Slide 3 - Slide

                   être           avoir        aller

je (j')
tu
il/elle

nous
vous
ils/elles
suis
avons
vas
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai
vais
allez
allons
va
vont

Slide 4 - Drag question

faire
(doen)
il/elle/on
ils
tu
je/j'
font
fais
fait
fais

Slide 5 - Drag question

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 6 - Quiz

être
nous
A
avons
B
sommes
C
êtons
D
être

Slide 7 - Quiz

être - imparfait
vous ......

Slide 8 - Open question

Tu ... (être, imparfait)

Slide 9 - Open question

ÊTRE - IMPARFAIT
TU ...

Slide 10 - Open question

FAIRE - IMPARFAIT
ILS ...

Slide 11 - Open question

Wat betekent ''aller''?

Slide 12 - Open question

faire - imparfait
ils .......

Slide 13 - Open question

Je
Il va
Elle
prends
prendre
prend

Slide 14 - Drag question

prendre - Imparfait
nous ......

Slide 15 - Open question

prendre - imparfait
on .....

Slide 16 - Open question

Ik heb genomen (prendre).

Slide 17 - Open question

J' (prendre, passé composé)

Slide 18 - Open question

Voorzetsels bij steden/landen & Vertaling van in/naar
-Marc habite à Bruxelles.
-J'ai été en France.
-Tu vas aux Etats-Unis?
-Non, je vais au Portugal.

Slide 19 - Slide

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        Je vais à Hardinxveld

Slide 20 - Slide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique  En Asie
        En Europe  En Amérique
        En Océanie
        

Slide 21 - Slide

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 22 - Slide

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 23 - Slide

Pays 
  • 'En
  • Féminin (vrouwelijk)
  • Eindigen op een 'e'
    (en Espagne) (en France)

Slide 24 - Slide

Pays
  • 'au'
  • Masculin (mannelijk)
  • Eindigt niet op een e 
    ( au Danemark)( au Canada, au Pérou, au Japon) 

Slide 25 - Slide

Pays
  • Aux
  • Pluriel (meervoud, eindigt meestal op een -s)

Voorbeeld: 
        Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 26 - Slide

Résumé
À =  dorp en steden
En = continenten en vr. landen
Au = mannelijke landen
Aux = Landen meervoud

Slide 27 - Slide

à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Pérou
Asie

Slide 28 - Drag question

Noa habite.........Espagne
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 29 - Quiz

Je suis ........Danemark
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 30 - Quiz

Je vais demain.......Pays-Bas
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 31 - Quiz

Belgique
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 32 - Quiz

Tu habites......Lille
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 33 - Quiz