De celkern

Welk onderdeel komt in een dierlijke EN een plantencel voor
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Vacuole
D
Celwand
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welk onderdeel komt in een dierlijke EN een plantencel voor
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Vacuole
D
Celwand

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je onderdelen van een cel met een eigen functie
A
Bladgroenkorrels
B
Celorganellen
C
Fotosynthese
D
Celorganen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

B5  De celkern

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Celkern.
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
In de celkern zitten chromosomen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen
Binnen in de cel ligt de celkern. In de celkern liggen de chromosomen. 

Mensen hebben 46 chromosomen. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen
Chromosomen paren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Mens: 46 chromosomen (23 paren chromosomen)
Chromosomen paren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen andere soorten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

chromosomen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opbouw DNA
Je DNA ziet eruit als een "wenteltrap''
 
Basispaar: Elke traptrede bestaat uit 2 stukken

Basen: 1 zo'n stukje> A,T of  C,G 





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

1260 chromosomen
DNA

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

celkern-chromosomen-DNA

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat: opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 10

Hoe: maak de vragen, weet je het niet? lees de tekst.

Hulp: Werkboek, Docent.
 Tijd: tot 13:25

Klaar: Test jezelf online.

(Test jezelf moet af zijn voor
1 December!)


Slide 19 - Slide

This item has no instructions